05 - 01 - 1630
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Ontvangen is een brief van de
Admiraliteit in Zeeland
d.d. 31 dec. 1629 over de uitvoer van een aanmerkelijke hoeveelheid Noords hout naar de vijandelijke provincies, die enkele particulieren is toegestaan.
HHM zullen de generale uitvoer van Noords hout over water naar neutrale en vijandelijke landen openstellen, uitgezonderd masten van een bij plakkaat verboden dikte. Dit zal de Admiraliteiten worden bekendgemaakt.
2
Jaecques Mol, koopman woonachtig te Dieppe, wordt op diens
verzoek akte verleend om uit handen van de
gouverneur van Sluis in
Vlaanderen,
Hautein,
en andere betrokkenen, enkele balen wol,
gezouten
huiden, hertenvellen en soortgelijke goederen te ontvangen.
Deze
zijn gestrand bij
Cadzand met het schip
Seinct Jean, waarop
Jaecques
Barbault schipper is. Voorwaarde is dat voldoende borg
wordt
gesteld voor alle aanspraken achteraf. Aan de gouverneur dient een
behoorlijk bergloon te worden betaald naast de gebruikelijke andere
rechten, die hij moet verdelen onder de gerechtigden.
Tevens is een brief van
Fransois Roussel ontvangen d.d. Sluis 1 jan., alsmede een rekest, inhoudend
dat de in het rekest van
Jaecques Mol genoemde goederen
door de
laatste storm in
Cadzand zijn
terechtgekomen. Verder laat Roussel weten dat
Mol een Fransman
heeft afgevaardigd om die goederen op te eisen. Hij klaagt dat
fiscaal
Roelsius van de
Raad van
Vlaanderen
hem belemmert in de uitoefening van zijn
commissie als strandvonder die HHM hem op 17 nov. 1617 hebben
verleend. Roelsius had namelijk na de genoemde
datum eveneens van
HHM en in Roussels ogen onterecht een commissie
verkregen aangaande
gestrande
goederen.
Roelsius zou gewapenderhand zonder bevel van
gouverneur
Hautein,
Josias Joosten - die door de
suppliant was
aangesteld als vervangend opzichter van de zeedrift - hebben opgepakt
en in gevangenschap naar
Middelburg hebben
vervoerd.
HHM zullen
zowel de suppliant als fiscaal
Roelsius
schrijven dat de gestrande goederen aan de
klager
en eigenaar gerestitueerd moeten worden, op voorwaarde dat er
voldoende borg wordt
gesteld. Aan gouverneur Hautein dient
een
behoorlijk bergloon alsmede de gebruikelijke rechten te worden
betaald. Dit bedrag zal door hem onder de personen die het toekomt
worden verdeeld. Roussel en
Roelsius worden gemaand om 26 jan. voor
HHM
te
verschijnen om over het verkrijgen van hun commissie te worden
gehoord, waarna één van beiden van zijn functie ontheven zal
worden.
Verder wordt besloten dat de fiscaal direct na ontvangst
van de brief Josias Joosten zonder financieel
nadeel
uit hechtenis moet
ontslaan, vanwege Roelsius' onbuigzaamheid en
ongeoorloofd inzetten
van
soldaten buiten medeweten van de gouverneur.
Aangaande dezelfde kwestie is een brief ontvangen van gouverneur De Hautein d.d. Sluis 2 jan. betreffende de zorgvuldige bewaring door
hem van de gestrande goederen en koopwaren van
Jacques Mol, alsmede de door fiscaal
Roelsius en baljuw Roussel ten
aanzien daarvan genomen maatregelen.
HHM zullen de gouverneur
bedanken voor zijn toewijding.
Daarnaast zullen zij hem hun resoluties over de gestrande goederen
bekendmaken, alsmede de met betrekking tot de fiscaal
en de baljuw in deze zaak genomen maatregelen.
3
Ontvanger-generaal
Doublet verschijnt ter vergadering. Hij heeft uiteengezet dat hij
door middel
van leningen niet aan het bedrag van 36.286 pond kan komen, waarin
HHM hebben
toegestemd tot betaling van een halve maand soldij voor de troepen
die
zijn ingekwartierd in de landen van
Berg,
Mark en
Kleef. Toen hij een
aanvangssom van 8 tot 10.000 gld. bij elkaar had, zag hij zich
genoodzaakt die te besteden aan de aflossing van intussen
teruggevorderd kapitaal.
De ontvanger
moet zijn best doen om het bedrag te lenen.
4
Het rekest van de kerkenraad te 's-
Hertogenbosch is gelezen. Daarin wordt ten eerste volmacht verzocht om in
het belang van de kerk aldaar de predikanten
Godefridus
Udemanius,
Isaacus Hoorenbeeck en
Jodocus
Larenius te lenen. Zij dienen drie andere
predikanten te vervangen
wier
situatie
het niet toelaat daar langer te blijven. Ten tweede verzoekt de
kerkenraad enkele van de later aangestelde predikanten voor
henzelf
tot de dienst te beroepen, namelijk de predikanten
Hieronimus Vogelius uit Hasselt,
Everardus Schuyl uit Schiedam,
Franciscus Nicolai uit Almkerk,
Nicolaes van Delien en
Ludovicus
Renesse. De kerkenraad verzoekt HHM ten derde de
predikanten
die enige tijd aan 's-Hertogenbosch zijn uitgeleend en die nu naar
hun
kerken zullen terugkeren, in redelijkheid voor
hun onkosten, moeiten en diensten te belonen.
Er wordt geen resolutie
genomen.
5
Jan van der Veecken verzoekt om een paspoort voor de
vorst van
Neuburg, die met zijn gevolg en dienaars het land wil
binnenkomen (zoals de vorst d.d. 20 sept. 1629
aan
agent Van der Veecken heeft geschreven).
HHM zullen eerst
overleggen met
Z.Exc., om daarna het
advies van de RvS in te winnen.
6
De beslissing op het verzoek van
Charles Radermaecker om bij een compagnie geappointeerd te worden, wordt aan de
RvS gelaten.
7
Mr.
Willem van Dam en
Peter de Goijer
verzoeken naar
aanleiding van
het voor hun nadelig uitgevallen vonnis van 5 okt. 1629, om in
appèl
ontvangen te worden.
Een beslissing wordt
opgeschort.
8
De
vorst van Neuburg verzoekt een akte van neutraliteit voor zichzelf en
voor de stad
Düsseldorf.
De RvS zal worden gevraagd te
adviseren, na voorafgaand overleg met Z.Exc. op welke wijze de
neutraliteit kan worden toegestaan.
9
Michael Monserrate verzoekt in het
college 1 te
Leiden Spaans te mogen doceren, met toekenning van het
traktement dat de Portugees
Gabriel
Acosta
tijdens
zijn
leven van het land ontving.
HHM zullen eerst het
advies van de RvS inwinnen.
10
Anna, gravin van den Bergh, wonend te
Annadal
verzoekt drieduizend
planken en
duizend pond lood vrij van rechten via de
Maas het
land te
mogen uitvoeren.
HHM winnen bij de RvS advies in.
11
De ingelanden van de
Lovenpolder,
Goesschepolder en
Willemskerkepolder verzoeken een rekest civiel,
om
ongeacht de staat van het
proces
dat door HHM naar de
Hoge Raad van
Holland
is
verwezen, nog nieuwe feiten aan te kunnen voeren.
De supplianten wordt het rekest civiel toegestaan met
volmacht aan de genoemde Raad. Tegen de nieuwe
feiten mag de tegenpartij verdediging voeren.
12
HHM lezen de memorie van
Raesvelt, drossaard te Vollenhove, die alsnog een
verklaring verzoekt van enkele heren uit de
vergadering, conform zijn eerdere rekest.
Noortwyck zal met de suppliant spreken om zijn
intentie te vernemen.
13
Aan het verzoek van
Anneken en
Geertge Dirxs Valck,
arme bedroefde
weeskinderen van mr.
Dirck Valk,
wordt voldaan.
Hun
wordt uit medelijden 6 Kar.gld. toegekend, uit te betalen
door
kamerbewaarder
Herdersum.
14
Kolonel
Charles Morgan verzoekt om in cas d'appèl ontvangen te worden
in verband met
het
door de RvS op 29 dec. 1629 in het nadeel
van de suppliant en in het
voordeel van
Staten Meertens gewezen
vonnis.
Alvorens hierover te besluiten zullen HHM het advies van de RvS
inwinnen.
15
Jacob de Jonge, heer van Baertwyck, mag zijn rijpaard vrij van rechten de
Republiek in- en uitvoeren.
16
Gooswinus Meursques krijgt op zijn verzoek een executoriale brief in verband
met
het vonnis, door hem op 31 dec. 1629
verkregen ten aanzien van kapitein
De
Loges als
opvolger bij de compagnie van kapitein
Villetart.
17
HHM verlenen
Bartram van Aken op zijn verzoek octrooi
voor zeven jaren op de rokende schoorstenen, op voorwaarde dat hij de
provincies
waar hij zijn
uitvinding wil toepassen schriftelijk om toestemming vraagt.
18
Een besluit op het verzoek van
Josias Mareschal om betaling van zijn diensten als secretaris van
voormalig agent
Coij en op
zijn verdediging
tegen
hetgeen Coij per brief d.d. 19 aug. 1628 ten laste
van de suppliant
heeft geschreven, wordt uitgesteld.
19
Het verzoek van de huidige pachters van de konvooien en licenten betreft onder andere het voornemen van de
Admiraliteit te Rotterdam
op 7 jan. te vonnissen over twee partijen goederen die door de supplianten in beslag zijn genomen, te weten vijf pakken met in totaal 482 stuks juchtleer (waarvan er maar 240 zijn aangegeven) en veertien tonnen haring met controlemerk. De supplianten verzoeken HHM de Admiraliteit op te leggen de pachters recht te doen conform het plakkaat op de heffing van de konvooien en licenten en de voorwaarden waarop de verpachting van het middel is geschied.
HHM stemmen in met het verzoek en er zal dienovereenkomstig aan de Admiraliteit geschreven worden.
20
Op het verzoek van
Joost Michielsz. van Haarlem en
Willem
Jansz. van Rijswijk
wordt besloten dat geschreven zal worden aan de
Admiraliteit te Rotterdam
, opdat
de
supplianten de achttien dagen achterstallige soldij uitbetaald
krijgen
waarop zij pretenderen nog recht te hebben, nisi causam.