08/01/1630

 
English | Nederlands

08 - 01 - 1630

Presentielijst:

Resoluties:

1 Rantwyck zal in plaats van de absente Culemborg met de andere gedeputeerden van HHM in overleg treden met Z.Exc. Diens advies zal worden ingewonnen over hetgeen de ambassadeur van Frankrijk onlangs aan de gedeputeerden heeft verklaard aangaande de alliantie. De gedeputeerden zullen vervolgens met meerderheid van stemmen een antwoord opstellen en dat aan De Beaugy dicteren. Als de gedeputeerden het vanwege verdeelde adviezen niet eens kunnen worden, kunnen zij de zaak eerst aan de vergadering voorleggen. 1

2 Op verzoek van de kerk van 's- Gravenhage wordt opdracht gegeven tot betaling van het in mei 1629 verschenen jaartraktement van 500 gld. voor de predikant van de Olive in Waals gebied.

3 Over de enige tijd geleden door Eck ingediende memorie betreffende het gezantschap van Moskovië zal morgen worden beschikt.

4 Pietersen verzoekt zijn heerlijkheid vrij te houden van de contributies die ontvanger Gabriel Severyns wil opleggen.
HHM zullen het advies van de RvS inwinnen.

5 Paul de Willem verzoekt om betaling van 2.000 rijksdaalder die door commissaris Hoogenhouck op 8 mei 1629 zijn opgenomen ter betaling van de soldij van het voormalige garnizoen in Glückstadt.
De RvS dient de provincies die het minst hebben meebetaald aan de subsidie voor de koning van Denemarken aan te sporen hun aandeel te voldoen om zo op gelijk niveau met de meestbetalende te komen. Uit dat bedrag mag de suppliant worden betaald.

6 HHM lezen het verzoek van de pachters van een kwart van de konvooien en licenten over de periode 1 sept. 1627-31 aug. 1628. Verzocht wordt een dag te bepalen waarop overgegaan kan worden tot afrekening met de supplianten, waartoe HHM hun commissarissen op 17 dec. 1629 opdracht hebben gegeven.
HHM stellen 22 jan. als datum vast.

7 HHM overleggen over het vergeven van het gouverneurschap van 's- Hertogenbosch. Omdat enkele provincies nog niet zover zijn, is een besluit hierover uitgesteld.

8 Een beslissing op het verzoek van Jan Jansz. Gernou, brugmeester van de Generaliteit, om betaling van 62.000 pond aan soldij voor hemzelf en voor zijn pontgasten, is opgeschort.

9 Bruinincx, Jensma en thesaurier-generaal Van Goch, die rond 21 jan. in overleg zullen treden met de gedeputeerden van de aartshertogin over de gebeurtenissen in de Meierij van 's-Hertogenbosch, wordt op hun verzoek een akte van indemniteit in de vereiste vorm verleend met het oog op eventuele arresten, detenties en andere gevaren tijdens hun reis over water of land bij de uitvoering van hun commissie.

10 Schipper Jan Pissot is met een schip onder zijn bevel uit Duinkerke gekomen. Het schip is door oorlogsschepen van dit land opgebracht.
HHM willen dat het recht zijn loop heeft.

11 Ontvangen is een brief met berichten van orateur Haga d.d. Constantinopel [Istanbul] 13 okt. 1629.
Er wordt geen resolutie genomen.

12 Het verzoek van Cornelis van der Schuyr, solliciteur van de compagnieën van de kapiteins Pieter van Dyck, Johan Lodowich Wiessenbach en Christiaen Meys om het voorschot betaald te krijgen dat door hem aan de genoemde compagnieën is verstrekt, gaat voor een beslissing naar de RvS.

13 Alvorens te besluiten over het verzoek van Jacob Hasevoet om een beloning voor zijn aandeel in de verovering van de stad Wezel winnen HHM het advies van de RvS in.

14 Thesaurier-generaal Van Goch rapporteert conform de resolutie van HHM d.d. 7 juli 1629 de declaratie van agent Brederode over de periode maart 1628-31 maart 1629 te hebben onderzocht.
HHM keuren de declaratie goed en geven opdracht tot betaling van 4.028 gld., zoals in de marge van genoemde declaratie is geapostilleerd.

15 HHM resumeren het op 5 jan. ingediende verzoek van Anna, gravin van den Bergh, woonachtig te Annadal.
Haar wordt vrij van rechten de uitvoer van tweeduizend delen stroomopwaarts over de Maas toegestaan.

16 HHM lezen het advies van de RvS d.d. 2 jan. over een brief geschreven te Wezel door Jan Clantier d.d. 15 dec. 1629, betreffende de goederen die van Keulen naar Lünen worden vervoerd en daarvandaan naar andere neutrale landen. De RvS is ervan op de hoogte dat HHM aan de Admiraliteit te Amsterdam hebben toegestaan te Lünen een kantoor van konvooien en licenten op te richten. De RvS is bekend dat tot nu toe wel konvooien en licenten werden geheven van de goederen gaande van neutrale naar vijandelijke landen, maar niet van die gaande van neutrale naar neutrale landen. De RvS ziet als enige reden waarom HHM daarop geen aanspraak hebben, dat nooit eerder is getracht enkele officieren van de Republiek in het gebied van de keurvorst van Brandenburg aan te stellen. Daarnaast mogen HHM (onder correctie) uit kracht van de gemaakte alliantie zijn gezag en rechten niet aantasten. De RvS ziet daarom niet op welke gronden een konvooi- of licentmeester van dit land te Lünen zou kunnen worden aangesteld.
HHM besluiten - als tegenmaatregel voor hetgeen de vijand eerder in de stad Hamm heeft gedaan - dat het te Lünen opgerichte kantoor moet blijven bestaan. De konvooimeester aldaar zal door de Admiraliteit te Amsterdam worden geïnstrueerd wat de ontvangst van konvooien en licenten van de passerende goederen betreft. Deze wordt geheven op dezelfde grondslag als de vijand hanteert, om daarmee gelijke tred te houden.

17 HHM lezen het advies van de RvS d.d. 31 dec. 1629 over twee verzoeken door Gerridt Ingen Nieulandt op 13 dec. 1629 bij HHM ingediend. Het ene behelst de betaling van vier volle maanden soldij voor zijn compagnie ruiters, met daarop een flinke toeslag in verband met de buitengewone kosten die de suppliant heeft gemaakt om zijn compagnie paarden te lichten en in orde te brengen. Deze is overigens kort nadien afgedankt. Het andere verzoek betreft de verlening van een akte van verzekering voor hem persoonlijk tegen zijn crediteurs.
Conform het advies op het eerste rekest besluiten HHM de suppliant de derde maand soldij uit te betalen, ook al werd zijn compagnie voor beëindiging van de termijn afgedankt. Dit doen zij om de onverwachte en haast onvermijdelijke financiële ondergang van de suppliant te voorkomen. Zijn tweede verzoek kunnen HHM niet honoreren.

1 In het ordinaris register is een nagenoeg gelijkluidend besluit ingeschreven.