20/01/1630

 
English | Nederlands

20 - 01 - 1630

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

11 Diego Nunes Bellemont, Portugees koopman te Amsterdam, bericht dat de Admiraliteit te Amsterdam met haar vonnis van 10 nov. 1629 298 huiden verbeurd heeft verklaard in verband met een klein, onopzettelijk gepleegd verzuim. De suppliant verzoekt hem dat verzuim uit welwillendheid kwijt te schelden als beloning voor de goede diensten van Aaron Querido te Salé inzake de bevrijding van 28 officieren en matrozen van de vloot van admiraal Reael, overmeesterd door Alarbes.
HHM oordelen dat het vonnis terecht is gewezen en dus moet worden uitgevoerd. Toch zal het rekest gestuurd worden aan de Admiraliteit om na te gaan of ze over de ernst van het vergrijp goed zijn ingelicht, zodat daarmee rekening kan worden gehouden bij het belonen van de goede diensten van de zoon van de suppliant.

22 Ontvangen is een brief met berichten van Langerack d.d. Parijs 11 januari.
Er is geen besluit genomen.

33 De prinsessen van Portugal4 verzoeken HHM om een voorschrijven aan het kanton van Bern om de uitvoering van zijn recht van "lods et treseins" op de baronie van Prangins, door de prinses van Portugal tijdens haar leven gekocht, voor enige tijd op te schorten.
Het voorschrijven wordt verleend.

45 HHM lezen het verzoek van Volcquijn Moment, koopman te Amsterdam, lasthebber van Nicolaes Budier.
HHM zullen de Admiraliteit te Rotterdam schrijven HHM zo spoedig mogelijk te berichten over het verzoek van de suppliant dat de Admiraliteit op 3 jan. is toegestuurd. Blijft ze op dit punt in gebreke, dan zal het vonnis waarnaar is verwezen, effect sorteren.

56 HHM lezen de remonstrantie van Lambertus Verhaer die aanvoert dat de commissie van Jan Wendelsz., die met drie schepen naar Tunis en Algiers zal gaan, zonder resultaat zal blijven. Tevens wordt het tegenbericht van de voormalige consul Wijnant Keijser gelezen.
HHM besluiten dat de voorgenomen reis van Jan Wendelsz. met zijn oorlogsschepen voortgang zal vinden.

67 Ontvangen is een brief van de Admiraliteit te Amsterdam d.d. 8 jan. met het bericht dat dit College uit kracht van de machtiging door HHM d.d. 20 okt. 1629 Elbert Spiegel en Dirck Vlack heeft genomineerd voor de post van tweede secretaris van de genoemde Admiraliteit. Ook wordt een brief van de burgemeesters en raden van Amsterdam gelezen d.d. 17 jan., die aanbevelen om Spiegel tot adjunct in de secretarie te bevorderen.
HHM kiezen Spiegel. Hem wordt conform de resolutie d.d. 20 okt. 1629 commissie verleend.

78 Bestuurders en inwoners van enkele dorpen en heerlijkheden in de Meierij van 's-Hertogenbosch beklagen zich over de excessen en gewelddadigheden van soldaten van deze zijde.
HHM besluiten dit verzoek aan de RvS te overhandigen.

8 Jan van Emmerick c.s., pachters van de wijnaccijns van 's-Hertogenbosch, verzoeken om een vergoeding omdat zij de helft van hun pacht hebben moeten afstaan ten behoeve van het land om de Hollandse impost beter te kunnen reguleren.
Alvorens hierop te beschikken zal advies en informatie worden ingewonnen van de gedeputeerden van HHM bij de besprekingen te Tilburg.

9 De agent te Keulen verzoekt om verhoging van zijn gage.
HHM verhogen zijn gage voor dit jaar tot 800 gld. Hem zal van dit besluit akte in debita forma worden gegeven.

10 De reders te Vlissingen hebben een belang in de voor La Rochelle tot zinken gebrachte schepen.
Ten gunste van de supplianten zal in een serieuze brief geschreven worden aan Langerack alles in het werk te stellen om de supplianten aan hun betaling te helpen.

11 De aanwezige gedeputeerden van de Admiraliteiten adviseerden d.d. 12 jan. over het verzoek van Philippo Calandrini, op 21 dec. 1629 aan HHM gepresenteerd, om veertig Engelse gotelingen naar Frankrijk uit te voeren.
Gelet op het advies besluiten HHM bezwaar te maken tegen de uitvoer.

12 Vijf schippers uit Hoorn zeggen tegengehouden te zijn en schade te zijn toegebracht door schepen van de WIC bij Ilha de Maio waar zij waren om zout te laden. Zij verzoeken ter beslissing in deze zaak enkele rechters uit de Hoge Raad en het Hof van Holland en Zeeland te benoemen die niet participeren in de WIC.
Alvorens hierover te beslissen zal worden getracht tussen de partijen een schikking te treffen.

13 De Bewindhebbers van de Austraalse Compagnie verzoeken om een beschikking, gezien het achterwege blijven van een schriftelijk antwoord van de WIC op hun verzoek d.d. 26 okt. 1628 en eerder gedaan.
De WIC zal worden gemaand om alsnog binnen een maand terug te schrijven.

14 HHM resumeren hetgeen door de RvS is aangevoerd, namelijk dat de tijd die is bestemd voor het opbrengen van de 130.000 gld. voor de fortificatie van Ruhrort en Büderich begint op te schieten. Het wordt tijd tot aanbesteding over te gaan.
Het merendeel van de provincies verklaart dat hun quoten in de som ter beschikking staan.

15 HHM resumeren het verzoek om een verklaring van de RvS over het door mr. Willem van Dam en Pieter de Goyer ingediende verzoek om in appèl ontvangen te worden, naar aanleiding van het vonnis dat op 5 okt. 1629 in het nadeel van de supplianten is gewezen. De RvS wil voorkomen dat HHM op het verzoek van de supplianten beschikken, voordat de RvS de stukken die de supplianten bij hun verzoek hadden gevoegd nadat het advies van de RvS was opgesteld, heeft kunnen bestuderen
HHM geven gehoor aan het verzoek van de RvS.

1 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 55.
2 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 55.
3 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 55.
5 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 55.
6 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 55.
7 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 55.
8 Deze resolutie is gedeeltelijk door een klerk ingeschreven in S.G. 55.