04 - 02 - 1630
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Op het verzoek van
Anthonette Jans, weduwe van
Johan van
Holst, in zijn
leven ingenieur in dienst van het land en doodgeschoten voor
's-
Hertogenbosch, besluiten HHM de weduwe de
eenmalige som van 100 gld. toe te kennen, bovenop de 200 gld. die
zij
hiervoor van HHM en de 100 gld. die ze van de RvS heeft
ontvangen.
Van dit bedrag wordt ordonnantie gedepêcheerd.
2
Pieter van Blanckeroort heeft conform het appointement van HHM op 22
jan.,
HHM op de hoogte gesteld van zijn dienst.
HHM zullen de suppliant ordonnantie van twee maanden gage verstrekken.
3
Elsgen Victors, weduwe van
Bartram de
Virger, in zijn
leven luitenant van de compagnie van kapitein
Borogier en doodgeschoten voor
's-
Hertogenbosch, verzoekt om een jaarlijks
levensonderhoud of om de benoeming van haar drie zoons
op
een soldatensoldij.
HHM zullen, gelet op de verdienste van De Virger, de oudste zoon aanstellen op een soldatensoldij onder de
compagnie waarvan haar man luitenant was.
4
De
weduwe van kapitein Francois du Chene verzoekt HHM de
WIC
te
gelasten aan
haar de gage uit te betalen die haar man sinds het uitvaren van de
vloot heeft verdiend.
HHM verlenen de suppliante een voorschrijven met die strekking aan de WIC.
5
Appolonia Siccama wordt uit mededogen 25 gld. toegekend.
Hiervan zal ordonnantie worden gedepêcheerd.
6
Op verzoek van de oom en bloedvoogd van de weeskinderen van kapitein
Hendrick Pickaert van der Heyde wordt besloten de
ontvanger-generaal op
te dragen 600 gld. uit te betalen, die hij van de kapitein had
ingehouden.
7
Judith en
Johanna Agileus,
dochters van wijlen
mr.
Henrick Agileus, verzoeken om
een beloning
voor
de diensten van hun vader voor het land, alsmede voor de schade die
zij
hebben geleden van de aanleg van fort
Crèvecoeur
op
hun landerijen.
Dit rekest zal de RvS voor een besluit ter hand worden gesteld.
Daarnaast klagen de supplianten over het onrecht hun door
Splinter Gerardts aangedaan. Zij verzoeken dit door de
gouverneur van 's-Hertogenbosch
recht te laten
zetten.
HHM raden de supplianten aan de gewone gerechtelijke weg te bewandelen, hetzij voor de
Raad van Brabant
alhier in 's-
Gravenhage, hetzij voor de schepenen van
's-
Hertogenbosch.
8
HHM lezen de remonstrantie van de
keurvorst van Keulen die door agent
Van der
Veecken is
overhandigd. Onlangs is door een
sterke
nachtelijke storm een van zijn watermolens voor zijn stad
Uerdingen de
Rijn afgedreven
en
ter hoogte van
Angerort in het vorstendom
Berg aangespoeld.
Graaf
Willem
weigert
deze terug te geven.
HHM zullen de graaf schrijven dat hij de molen beleefd dient terug te geven aan degene die de keurvorst met dat doel zal sturen.
9
Agent
Van der Veecken overhandigt daarnaast een remonstrantie namens de
keurvorst van Keulen, inhoudend dat
overste
Gent de onderdanen van de keurvorst bedreigt met
daadwerkelijke executies, als tegenmaatregel voor het
ingekwartierd blijven van enkele compagnieën van de Katholieke
Liga
in
het graafschap
Mark.
Deze remonstrantie gaat naar de RvS, om na overleg met Z.Exc., hieroover te besluiten.
10
De hoogbaljuw, burgemeesters en schepenen van
Sluis verzoeken het zuivere inkomen van de oude domeinen van
Vlaanderen te mogen ontvangen, ter ondersteuning
van hun
lasten.
HHM vragen de supplianten eerst te verklaren wat de domeinen jaarlijks opbrengen en waartoe dit geld wordt aangewend.
11
Ontvangen is een brief met berichten van
Oosterwyck d.d. Venetië 18 januari.
Er wordt geen resolutie genomen.
12
Ontvangen is een brief met berichten van
Langerack d.d. Parijs 24 januari.
Er wordt geen resolutie genomen.
13
De
ontvanger-generaal verschijnt er vergadering. Hij moet een staat maken van de
achterstallen van de compagnie ruiters van
markies de Rouillac en Sir
Tomas
Lucas. Daarin moet worden aangegeven wat elke provincie
heeft
betaald. De RvS wordt ondertussen verzocht een maand soldij voor de
compagnie door middel van leningen of anderszins, te regelen.
14
Ontvangen is een brief van orateur
Haga d.d. Constantinopel [Istanbul] 24 nov. 1629, met
verschillende bijlagen
met berichten.
Er wordt geen resolutie genomen.
15
Op nader verzoek van
Peter en
Dirck Muller, alsmede
Jan
Rotler besluiten HHM dat de 600 gld. die hun onder
andere
in
verband met de aanval op
Wezel is toegekend, na
het
overlijden van de supplianten zal overgaan op hun weduwen en
kinderen.
16
Ambassadeur
De
Beaugy ondersteunt het verzoek van
Jan
Pissot,
schipper van Olonne, met een aanbeveling hem
uit gratie het schip en de goederen terug te geven die
door de
Admiraliteit in het
Noorderkwartier
verbeurd
zijn verklaard, of tenminste de verkoop ervan op te schorten.
HHM zullen de Admiraliteit aanschrijven de verkoop van schip en goederen op te schorten. Zij verzoeken de definitieve beslissing te ontvangen zodra de toedracht in deze zaak is vastgesteld. Hiermee zal eerdaags worden begonnen.
17
Kolonel
Haijes en zijn officieren en soldaten die nu geruime
tijd zijn afgedankt, die hun afrekening hebben gegeven alsmede de
ordonnanties die daarop zijn verstrekt, laten weten ongeduldig op
betaling te hebben gewacht. Het is voor het functioneren van de
kolonel
en van degenen waarmee hij in
Schotland is van het
grootste belang dat hij zo spoedig mogelijk wordt betaald.
HHM dragen de
ontvanger-generaal op de achterstallige betaling aan de kolonel en zijn
officieren
ten
bedrage van 60.000 gld.
lenen. HHM dringen er bij de gedeputeerden van
Holland op aan het krediet van de
ontvanger-generaal
met het krediet
van hun provincie in het bijzonder te versterken. Dit
bedrag
zal worden verrekend met de 3.400.000 pond waarom de RvS de
provincies door middel
van
een petitie heeft verzocht.