12/02/1630

 
English | Nederlands

12 - 02 - 1630

1

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Ontvangen is de missive van de Gecommitteerde Raden in het Noorderkwartier d.d. 7 feb., waarin zij beweren gerechtigd te zijn de uitkering van hun quote in hetgene de Generaliteit in de WIC participeert, te ontvangen en te behouden. Zij achten zich niet gehouden dit te restitueren. Ten onrechte.
HHM zullen de Gecommitteerde Raden manen tot restitutie van het ontvangen geld. De afzonderlijke provincies kunnen zich dit recht niet aanmeten. De gedeputeerden van Holland wordt verzocht er in de vergadering van de Staten van Holland op aan te dringen de Gecommitteerde Raden tot restitutie van het geld te overreden.

2 HHM lezen een brief van Van Eck d.d. 30 jan. o.s. Hij en zijn gevolg zijn gereed voor de reis in ambassade naar Moskovië. Zij kunnen binnen enkele dagen afscheid komen nemen en last ontvangen te vertrekken. Daarop hebben de gedeputeerden van Holland laten weten dat naar het oordeel van kooplieden met ervaring op het terrein van de scheepvaart en handel de tijd nu al zover is verstreken, dat gezien het doel van de ambassade, het land er niet mee gediend is als die wordt bespoedigd. Door Schaffer wordt bekendgemaakt dat een zeker persoon (commies van de Finantie van Holland Van den Broeck kent hem) die door enkele kooplieden naar Moskovië wordt afgevaardigd, beweert er zeven weken voor de aankomst van de ambassadeur te kunnen zijn wanneer hij zich nu over land op reis begaf.
De zaak wordt nader besproken waarna HHM besluiten de reis van Van Eck uit te stellen tot het voorjaar om deze dan met meer succes voor minder kosten en in een geschikter seizoen te maken. Aan de genoemde koopman die naar Moskovië gaat zal een brief aan de grootvorst worden meegegeven met excuses voor het feit dat de ambassade tot het voorjaar wordt uitgesteld. Eck zal terstond worden bekendgemaakt zijn voorbereidingen en die van zijn gevolg te staken om het land geen onnodige kosten te laten maken.

3 Schaffer deelt mee dat de ontvanger-generaal zich bezwaard voelt en in zijn werk wordt gehinderd. Personen die ervan horen dat hij gelast is geld te negotiëren wat hem niet lukt, willen hun partijen intrekken en afgelost zien, waaruit makkelijk schade voor het land zou kunnen ontstaan. Hij verzoekt geen nieuwe leningen voor kolonel Hay of anderen opgelegd te krijgen.
HHM houden toch vast aan de resolutie tot negotiatie van de 60.000 gld. voor kolonel Hay en de maand voorschot voor de ingekwartierde troepen onder graaf Willem van Nassau. De RvS zal worden gevraagd hier zorg aan te besteden en het kantoor van de ontvanger te ondersteunen bij de moeilijkheden. Verder verzoeken HHM de gecommitteerden die zich hebben beziggehouden met de repartitie van de rente van het geld dat is geleend ten laste van de Generaliteit, het besogne te resumeren. Na beraad hierover zal een beslissing worden genomen.

4 Schaffer deelt mee, dat Z.Exc. dagelijks wordt bericht over de oorlogsvoorbereidingen en de plannen van de vijand en hun aanhangers in het rijk voor een gewelddadige aanval op dit land. Hij oordeelt het daarom nodig dat HHM de provincies per brief serieus verzoeken de vijftig compagnieën die in de laatste twee jaar zijn gelicht en inmiddels zijn ingeperkt tot honderd man, conform de repartitie te versterken tot tweehonderd man.
Het verzoek zal uitgaan in een brief met hun beweegredenen.

5 Om de bezending aan de Staten van Friesland waartoe is besloten te bevorderen zal Essen worden geschreven zich na ontvangst van de brief zo snel mogelijk in 's- Gravenhage te vervoegen om hier, naast zijn mede-gecommitteerden, zijn commissie en instructie te ontvangen. Zij zullen daarna zo snel mogelijk in dienst van het land inzake de oorlog te water, moeten afreizen.

6 Cornelis van der Schuijr, solliciteur, beklaagt zich dat hij nog niet is betaald voor de 7.480 gld. die door hem zijn verstrekt aan de kapiteins Pieter van Dijck, Johan Lodewijck en Christiaen Meijs. Hij verzoekt om eindelijk te worden betaald, hetzij met contant geld, hetzij met een obligatie, verhoogd met de rente sinds 16 dec. 1629.
De aanspraak van Van der Schuijr wordt gegrond geacht. De RvS wordt verzocht en gemachtigd hem te laten uitbetalen door de ontvanger-generaal of hem een obligatie te verstrekken.

7 Lazarus van Sonst, tweede pensionaris van 's-Hertogenbosch, verzoekt opnieuw als rentmeester te worden aangesteld over de goederen van het clarissenklooster te 's- Hertogenbosch, nu deze functie vacant is na het afzetten van Pieter van Gestel.
Aan het verzoek van de suppliant wordt, zoals hem al eerder in het vooruitzicht is gesteld, voldaan. Hij zal hiervan commissie ontvangen.

8 De gedeputeerden van de synode van Zuid-Holland geven te kennen krachtens de akte van HHM d.d. 11 jan. aan de kerkenraad van 's- Hertogenbosch een nominatie van predikanten uit de aangrenzende provincies te hebben overhandigd. De kerkenraad heeft verzocht uit de genomineerde predikanten, Leoninus Leo, Samuel Everwyn, Henricus Swalmius en Godefridus Udemans, respectievelijk predikant te Nijmegen, Dordrecht, Haarlem en Zierikzee, te mogen lenen. De gedeputeerden verzoeken HHM hun beraad niet kwalijk te nemen en hun een voorschrijven aan de magistraten van de genoemde vier steden te verlenen, om de kerk te 's-Hertogenbosch de predikanten toe te zenden.
HHM stemmen hierin toe.

9 De memorie van de Generaliteitsrekenkamer is gelezen, met de namen van de boekhouders en informatie over de indiening van hun rekeningen. Gevraagd wordt om maatregelen.
Ontvanger-generaal Doublet zal door middel van een resolutie en een akte worden gelast zo snel mogelijk zijn nog openstaande rekeningen tot en met het jaar 1625 aan de Generaliteitsrekenkamer te overhandigen. Verder zal de Admiraliteiten worden geschreven te reguleren dat de onder hen ressorterende ontvangers en commiezen van het licent hun openstaande rekeningen eveneens zo snel mogelijk indienen, conform de memorie.

10 Bruningh, Jensma en thesaurier-generaal Van Goch hebben hun rapport vervolgd over de besprekingen te Tilburg betreffende het opperste gezag over de Meierij van 's-Hertogenbosch. Ze hebben het daarvan bijgehouden en door hen ondertekende kohier overhandigd.
HHM bedanken hen voor de moeite en verzoeken hun een gezamenlijk advies op te stellen hoe daarin verder te handelen. Het verbaal is de thesaurier weer ter hand gesteld, om in de marge naast elk punt of artikel de stukken of verificaties te kunnen noteren.

11 HHM zullen de RvS verzoeken en machtigen een commissaris van de monstering te benoemen uit degenen die al in dienst zijn van het land. Deze zal zich moeten vestigen in 's- Hertogenbosch, om daar zijn ambt bij het garnizoen uit te oefenen.

1 De resoluties van deze zittingsdag zijn door een klerk ingeschreven in S.G. 55.