13 - 02 - 1630
1Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Schaffer maakt bekend dat schilder
Pieter
Soutman
een door hem gemaakt schilderij aan HHM aanbiedt, ter ere van de
prins van Oranje. Daarop is
Z.Exc. in triomf afgebeeld onder verwijzing naar de overwinningen
die dit jaar zijn behaald. HHM zullen het
schilderij
niet accepteren, maar zullen Pieter Soutman voor het
aanbod
en zijn affectie bedanken.
2
Ontvangen is een brief van ambassadeur
Joachimi d.d. 23 januari. Na lezing wordt deze met de bijgevoegde
stukken
ter bestudering aan
Beaumont
overhandigd.
Mochten
zaken daarin vermeld beraad behoeven, dan dient hij die HHM in een
rapport
bekend te maken.
3
HHM lezen de brief van
Erentreiter d.d. Emden 20 jan. o.s., betreffende de klachten over de
strooptochten door enkele soldaten en de moeite die door hem is
gedaan
tot onderzoek en gevangenneming. Daarnaast wordt verzocht
maatregelen te treffen ter betaling van de servitiën die daar
enkele
jaren onbetaald zijn gebleven. Deze brief gaat naar
de
RvS, om de betaling van de servitiën te regelen.
4
Schaffer heeft de aan hem door de
Gedeputeerde
Staten van
Groningen
geschreven brief voorgelezen. Deze
betreft
de wrede executie te
Wildeshausen van negen
soldaten. Na inwinning van nadere informatie verzoekt hij dit
voorval
niet door de vingers te zien. Het uittreksel dat
Schaffer van de brief zal maken,
zal Z.Exc. en de RvS ter hand worden gesteld voor een beslissing en
om
datgene te doen wat het recht en de waardigheid van het land
vereist.
5
Hubert Otten, voormalig samoreusschipper uit Vianen, wordt uit mededogen
over het verlies van zijn schip en zijn hoge ouderdom, 100
Kar.gld.
toegekend.
6
Gualterus Castrichom, fiscaal van de vloot op de kust van
Vlaanderen, wordt een ordonnantie
verleend van
225 gld. als vierde deel van een jaartraktement à 75 pond per
maand,
verschenen 11 februari.
7
Hilbrant Gerbrantsz. Quast, vice-admiraal, verzoekt het schip dat hij op last van de
Admiraliteit in het
Noorderkwartier
te
Enkhuizen laat timmeren, als vice-admiraal te mogen
gebruiken
wanneer het schip gereed is. Ondertussen zou hij in die
hoedanigheid
op een ander schip willen worden aangesteld, als een beroep op
hem
wordt gedaan.
HHM stemmen in met het verzoek. Ze zullen de Admiraliteit in het Noorderkwartier schrijven het schip met voorrang aan Quast toe te kennen.
Ten tweede verzoekt
Quast, indien hij weer over de kust van
Vlaanderen moet commanderen last om bij de
Admiraliteiten te bevorderen dat de schepen in orde zijn, van goede
kapiteins zijn voorzien en ze tegelijk uitlopen. Indien
Schaffer president is, wordt hij
verzocht dit
aan
Z.Exc. mee te delen.
Op zijn derde verzoek besluiten HHM
Quast van de kostgelden van de secretaris, alsmede van een
schutter die op het schip is geweest, te ontlasten. Dit was al
eerder bepaald en zal (als het al niet gebeurd is) aan
de
Admiraliteit in het
Noorderkwartier
geschreven
worden.
8
Het verzoek van
Bartelt Jansen en
Gerrit Jansz. Broeck,
wonend te
Tilburg, die klagen over de procedures van de
krijgsraad te
Bergen op Zoom, alsmede de brief van
Rijhoven met de bijgevoegde
stukken, gaan voor onderzoek en advies naar de RvS.
9
Jan van de Bosch, burger te Goch, verzoekt een akte van permissie om zich
als neutraal persoon met zijn familie te mogen vestigen in
Zevenbergen. De RvS zal om advies worden
gevraagd.
10
Pieter Ranst,
Pieter Pels en
Adriaen
Bremen en consorten, allen kooplieden te Amsterdam,
verzoeken tweehonderddertig last Friedlandse rogge, geheel
bestaande uit slecht
goed
waar hier te lande geen vraag naar is, naar neutrale en geoorloofde
plaatsen te mogen uitvoeren. Daarnaast wordt de brief gelezen van
het stadsbestuur van
Amsterdam, dat het
voorgaande verzoek aanbeveelt. Een besluit hierover
wordt
opgeschort.
11
De schout van het kwartier
Peelland in de
Meierij van 's-Hertogenbosch en andere
ambtsdragers van de Meierij, verzoeken de bevelen die bij plakkaat
zijn
afgekondigd
door de RvS om de eed van getrouwheid af te leggen, op
te
schorten totdat de aangevangen besprekingen tussen de
gecommitteerden
van beide zijden zijn beëindigd. Het verzoek wordt in handen
worden
gesteld van
Bruningh,
Jensema
en
thesaurier-generaal
Van Goch,
gecommitteerden op
deze conferentie, om HHM hierover van advies te dienen.
12
Johan van de Vivre, kapitein van de mineurs, wordt op zijn verzoek een
voorschrijven aan de
vorst en de
bisschop van Luik verleend, om
expeditie van
justitie te verkrijgen in de zaak waarover in het verzoek wordt
bericht.
13
Op het rekest van
Maria Claes, weduwe van
Philippe Gercy,
wordt conform
de
eerdere apostille vooralsnog besloten, dat de suppliante de
gerechtelijke weg moet bewandelen. Ze zal zich tot de
Raad
van
Vlaanderen
te Middelburg moeten wenden om
rechtsvervolging in te stellen op een wijze die haar goeddunkt.
Wanneer iemand van de Raad haar belangen schaadt, mag deze tijdens
deze zaak
geen zitting houden en mag zij hem wraken. Indien de suppliante
dit
wenst zal een voorschrijven aan
de
genoemde Raad worden verleend, met het oog op een goede
rechtsgang.
14
Judith en
Johanna Agileus
verzoeken
om een vergoeding in verband met hun vaders goede diensten en
vanwege geleden
schade. Zij waren naar de RvS verwezen. Deze heeft geapostilleerd
dat
daarop niet kan worden ingegaan.
Schaffer stelt
nu
mondeling voor hun een schenking te doen. Er wordt geen beslissing
genomen.