21 - 02 - 1630
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De burgers van de stad
Essen verzoeken ontlast te worden van het garnizoen. Daarnaast
willen ze regels waaraan de officieren zich hebben te houden.
HHM overhandigen het verzoek aan de RvS, om na overleg met Z.Exc., hierover te adviseren.
2
Henricus Humberston, arme student, wordt een viaticum van 6 gld. toegekend, uit
te betalen door kamerbewaarder
Herdersum.
3
Johannes Kornbskij, arme student, wordt een viaticum van 6 gld. toegekend, uit
te betalen door kamerbewaarder
Herdersum.
4
Pieter Laige en
Anthonis Swarts,
gedeputeerden van de
gemeente
van Veyrignac, wordt ten behoeve van de gemeente 6
gld.
toegekend. Deze zullen worden uitbetaald door kamerbewaarder
Herdersum.
5
Jan la Roche, gedeputeerde van de gemeente van Bagnols-Sur-Cèze, wordt
ten
behoeve van de gemeente 6 gld. toegekend. Deze worden uitbetaald
door
Herdersum.
6
De gecommitteerden van de
Meierij van 's-Hertogenbosch verzoeken HHM toestemming nadere besprekingen over de
Meierij te voeren met de gecommitteerden
van vijandelijke zijde.
HHM zullen, na overleg met
Z.Exc., het advies hierover inwinnen van de gedeputeerden van HHM die naar de besprekingen te
Tilburg zijn geweest.
7
Op verzoek van agent
Van der Veken wordt een paspoort verleend aan de heer
Bertram van
Scheyt, genaamd Wespenningh, om met zijn dienaars en
bagage van
Brussel
naar 's-
Gravenhage te komen.
8
HHM lezen het plakkaat van de vijand, waarmee alle koophandel op het platteland tussen de ingezetenen van
Brabant en
Overmaas en de provincies
Holland en
Zeeland en hun
medestanders
verboden wordt.
Het plakkaat gaat voor onderzoek en advies naar de RvS.
9
Gehoord wordt het rapport van thesaurier-generaal
Van Goch, die de declaratie heeft onderzocht van wat agent
Henrick Verburch heeft
voorgeschoten op
de
reis van 14 aug. tot 27 sept. 1629. HHM reisden toen
van
's-
Gravenhage naar
Utrecht,
vandaar
naar het leger en weer terug naar 's-Gravenhage.
Ordonnantie wordt gedepêcheerd voor 3.666 gld. 1 st. Inbegrepen is 135 gld. over 45 dagen vacatiën à 3 gld. daags die Verburch zijn toegekend. Aan de klerken
Dirck en
Wilhem Bort wordt ieder 100 gld.
gegeven voor
hun
extraordinaris diensten gedurende de reis. De kamerbewaarders
Jan
van
Herdersum en
Pauwels van
Couwenburch
krijgen ieder
75 gld.
10
HHM schenken
Rupa 250 gld. Van dit bedrag wordt ordonnantie gedepêcheerd.
11
Naar aanleiding van het verzoek en de ernstige klachten van
Folcardus van Marck besluiten HHM de burgemeesters van de stad
Emden te manen de suppliant in hun stad te laten
blijven wonen als ambtman van de
graaf van
Oost-Friesland of tenminste als een privé-persoon,
zonder
hem
lastig te vallen. Daarnaast worden ze verzocht hun gedeputeerden te
sturen om de kwestie die zij hebben met de graaf op hoofdlijnen af
te
handelen. De daartoe aangewezen dag is al verstreken.
12
Het onderzoek naar het rapport van
Bruininxs,
Jensma en
thesaurier-generaal
Van Goch,
gedeputeerden van HHM naar de besprekingen te
Tilburg,
wordt
afgerond.
Het
handelt over hetgeen zij te 's-Hertogenbosch hebben verricht in
navolging van de resolutie van HHM, alsmede over hetgene hun is
overkomen. Daarover gaan ook de memorie en de notitie.
HHM bedanken de heren voor hun moeite en verzoeken hun de punten samen te vatten waarop een besluit nodig is, om dit samen met hun advies bij HHM in te dienen.
13
HHM lezen de borgtocht die bij HHM is ingediend namens mr.
Lazarus van Zons, tweede pensionaris en rentmeester van de clarissen te
's-
Hertogenbosch. Hiermee wordt voldaan aan de
resolutie
van
HHM d.d. 15 februari.
HHM besluiten de borgtocht te accepteren en op de commissie van de rentmeesters te endosseren dat hij de borgtocht heeft voldaan. De borgtocht zal worden geregistreerd in het aktenboek.
14
Op de remonstrantie van de gedeputeerden van de
Admiraliteit te Amsterdam
besluiten HHM de
Staten van Groningen
te schrijven de Admiraliteit 93.266 gld. 2 st. en 8 p. te betalen. Dit is het tekort van deze provincie in de consenten te water over de periode 1622 tot en met 1627, volgens de repartitie die daarvan op 27 jan. 1629 is gemaakt. Het bedrag dat de provincie al betaald heeft, wordt daarvan afgetrokken.
15
Gehoord is het rapport van
Rantwijck, die aan Z.Exc. het verzoek om konvooi van
Jan van
de
Linde heeft meegedeeld, ter
bescherming
van zestien samoreuzen. Geladen met turf zullen zij van
Schenkenschans
['s-Gravenwaard] naar
Wezel gaan
ten
behoeve van de corps de gardes te Wezel.
HHM zullen de commandanten van
Emmerik
[Emmerich] en
Rees schrijven de suppliant ter
bescherming
van de samoreuzen te voorzien van voldoende konvooi, op
voorwaarde
dat de schepen tegelijk of in twee reizen stroomopwaarts varen
en de suppliant aan de soldaten van het konvooi een beloning
geeft.
16
Terculen deelt HHM mee dat de ingezetenen van deze landen
die hun koopmanschappen via
Overijssel willen
doorvoeren naar neutrale of vijandelijke landen, deze eerst te
Lingen bij de vijand tegen grote kosten en
tijdverlies moeten aangeven en daarvoor konvooi moeten betalen.
Hij
verzoekt HHM tot gemak van de kooplieden aan
de
vijand toe te staan een konvooimeester te
Neuenhaus
aan te stellen, om aldaar zijn recht over de genoemde goederen te
ontvangen.