01 - 03 - 1630
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
In een memorie vraagt
Jacob Suerius, rentmeester-generaal van Brabant, toestemming
om de prelaten en de
stad 's-
Hertogenbosch te bevelen hun
contingent in de bede van Brabant aan hem te
betalen. Deze betaalden ze voorheen aan de vijand, zoals uit de
registers
daarvan blijkt.
Hierover zal het advies van de RvS worden ingewonnen.
2
Ontvanger
Van Yck heeft de staat van inkomsten uit de konvooien en licenten
ingediend. Deze zijn geïnd op de kantoren onder de
Admiraliteit te Rotterdam
in het
jaar 1628
en
bedragen 334.393 pond en 18 sch.
Er wordt geen resolutie genomen.
3
Z.Exc. wordt extraordinaris 42.000
gld. toegekend in verband met de grote kosten die hij verleden jaar
tijdens een lange periode te velde maakte. Dit bedrag wordt
zoals gewoonlijk gerepartieerd over de provincies
van
zijn gouvernementen.
4
Graaf
Ernst van Nassau wordt om dezelfde reden 15.000 gld. toegekend, op dezelfde
wijze
te verdelen.
Schaffer verklaart
hier
slechts
mee te kunnen instemmen als zijn
principalen
akkoord gaan. Hij
voert
aan dat men alvorens te beslissen in deze zaak, de provincies
aan
had moeten schrijven met een verzoek.
5
HHM lezen het advies van de RvS d.d. 27 feb. over het verzoek aan HHM van kapitein en sergeant-majoor
Frents d.d. 23 nov. 1629. Daarin vraagt hij om een verhoging van
zijn traktement als sergeant-majoor van het Hoogduitse regiment van
graaf
Ernst van Nassau.
Conform het advies besluiten HHM de suppliant als anderen van gelijke kwaliteit met 60 gld. per maand te belonen, conform de nieuwe regels.
6
Maria Claes, weduwe van
Phillips
Garcij, voert aan
dat ze, in navolging van het appointement van HHM, geen
rechtsvervolging kan instellen voor de
Raad van
Vlaanderen
, noch voor het gerecht van het
Vrije van Sluis, omdat haar tegenpartij in deze
raad
en
het gerecht
zelf
rechters zijn. Zij verzoekt HHM daarom haar vanuit de hoogste
macht te ontvangen in een proces communicatoir.
Alvorens hierover te besluiten vragen HHM de suppliante de personen te noemen uit de raad en het gerecht die zij zou willen weigeren, onder aanvoering van de redenen waarop die weigering gebaseerd is.
7
Ontvangen is een schriftelijk antwoord van
Gerrardt van Berckel d.d. 's-Gravenhage 28 feb. over de resolutie
van HHM van 22 februari. Deze betreft de vrijlating van vijf
gevangenen
van
deze zijde die hun kostgelden niet betaald hadden en daarom te
Gent gevangen zijn gezet.
Er wordt geen besluit genomen.
8
Gehoord wordt het rapport van de gedeputeerden van HHM die in bespreking zijn geweest met ambassadeur
De Beaugy over het ontwerp van de alliantie en zijn nadere
overwegingen hierbij.
HHM zullen diens overwegingen meedelen aan Z.Exc.
9
Gelezen worden de verschillende punten van de conceptinstructie waarop
Essen en
Van der Dusse in
commissie naar de
Staten van Friesland
gaan.
HHM zullen het concept in orde laten maken, met daarin alleen opgenomen het punt over de Admiraliteit en de daarmee samenhangende zaken, alsmede de 500.000 pond in plaats van legerlasten over 1628. De Staten van Friesland zullen vooraf met een brief van de komst van de gedeputeerden op de hoogte worden gesteld, met het verzoek om indien de Landdag niet bijeenkomt, dat in allerijl te laten weten.
10
HHM lezen de akte, opgesteld conform de resolutie van HHM d.d. 25 feb. over het optreden van
Oosterwyck in het bevorderen van de financiële hulp door Venetië.
Hierover heeft ambassadeur
Guzzoni
zijn
ongenoegen
geuit
in de vergadering van 23 februari.
De navolgende akte1 zal door
Beaumont en
Schaffer aan de
ambassadeur worden
overhandigd. Oosterwyck zal van
alles op de
hoogte worden gesteld.
11
De gedeputeerden van HHM die in commissie naar
Friesland
gaan, zullen ook een reis maken naar de
Staten van Groningen
om daar het volgende te bevorderen. Ten eerste dat de Staten van Groningen consent dragen op de rente, waarom door de RvS voor het jaar 1629 is verzocht. Ten tweede dat ze het restant van hun quote betalen in de 500.000 pond in plaats van legerlasten over het jaar 1628. Ten derde dat ze doorgaan met het voorschieten aan de geformeerde compagnie van vijfhonderd man te
Emden, conform de order en de repartitie die hierover eerder is
toegestuurd. Ten vierde dat ze prompt hun quote betalen in de
decharges van 255.293 pond, in mindering
te
brengen op de 3.449.564 pond.
12
Ontvangen is een brief van
Gustavus Adolphus, koning van Zweden d.d. Uppsala 15 dec.
1629, met bericht over het tussen hem en de
koning van
Polen gesloten zesjarige bestand. Wel speelt er nog een
kwestie met de stad
Danzig
[Gdansk]. Dit
alles is
uitgebreid
door ambassadeur
Camerarius
uiteengezet in de
vergadering
van
HHM. Deze heeft HHM daarnaast gelukgewenst met de
overwinning die de almachtige God deze staat verleden zomer
heeft gegeven. De ambassadeur verzoekt HHM zich alsnog over de
alliantie met de koning van Zweden uit te spreken.
HHM vragen de ambassadeur zijn verzoek schriftelijk in te dienen, tezamen met zijn memorie waarin hij verzoekt gelijk andere ambassadeurs van logies voorzien te worden. Hierover zal dan nader worden beslist.