19/04/1630

 
English | Nederlands

19 - 04 - 1630

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Hendrick Neeff wordt vanwege een lofdicht over de belegering van de stad 's- Hertogenbosch een som van 30 gld. toegekend.
Hiervan zal ordonnantie worden gedepĂȘcheerd.

2 Annitge Dirx wordt uit mededogen 6 gld. toegekend, die door kamerbewaarder Herdersum betaald zullen worden.

3 De gezamenlijke voormalige raden en rechters in Amboina [Ambon] verzoeken om een verhoging van hun traktement, bovenop de 300 gld. die hun is toegekend voor eten en drinken.
HHM gaan niet in op dit verzoek.

4 Op het verzoek van Jannette Estoupri voorzien van een begeleidende brief van de Gedeputeerde Staten van Utrecht d.d. Utrecht 6 maart ter verkrijging van een jaarlijks traktement als beloning voor de verdiensten van wijlen kapitein Claude Martin, kan niet worden ingegaan.

5 De Gedeputeerde Staten van Utrecht laten per brief d.d. Utrecht 6 april weten de stempels van de hele en halve schellingen te hebben ingetrokken.
Er wordt geen resolutie genomen.

6 Niclaes Rusleven, secretaris en raad van de administrator van Halle, verzoekt HHM 700 rijksdaalder te betalen die de suppliant nog tegoed heeft van de administrator.
HHM gaan niet in op dit verzoek.

7 HHM lezen de memorie van signor Lopes. Hij verzoekt scheepsgereedschappen en materialen te mogen uitvoeren.
Alvorens hierover te besluiten zal dit met Z.Exc. besproken worden.

8 Ter vergadering wordt een ontwerp van een medaille met een gouden keten getoond. Dit is, conform de resolutie van HHM, het geschenk aan Dyden bovenop de hem toegekende lijfrente.
De medaille zal volgens het ontwerp worden uitgevoerd, maar dit mag het vastgestelde bedrag niet te boven gaan.

9 Een beslissing op het verzoek van Here Gerridts Pos om tras naar vijandelijke landen te mogen uitvoeren, wordt opgeschort.

10 Matheus Pietersz., koopman te Gorinchem, heeft een proces uitstaan voor het gerecht van Keulen contra Constantin Linck en zijn vrouw.
HHM verlenen een voorschrijven aan Vosbergen die in ambassade is naar de keurvorst van Keulen, om een kort geding voor de suppliant. Vosbergen moet (als de gelegenheid het toelaat) trachten de richter en burgemeester Roddekerck en andere heren te Keulen te bewegen het proces in handen te stellen van onpartijdige kooplieden en hun advies inwinnen.

11 Mandalena Katerina Bergin, weduwe van Bercka, verzoekt HHM per brief d.d. Franeker 15/5 april om haar, gezien haar situatie, nogmaals een subsidie te verlenen.
HHM zullen haar de ordonnantie van 500 gld. overhandigen, die haar onlangs op aanbeveling van graaf Ernst is toegekend.

12 Wilhelmus Silvius wordt een extraordinaris subsidie toegekend van 50 gld.
Hiervan zal ordonnantie worden gedepĂȘcheerd.

13 Op het verzoek van de extraordinaris kanonniers om betaling zal de ontvanger-generaal nogmaals ontboden worden om hem de zaak van de supplianten ten zeerste aan te bevelen.

14 Het stadsbestuur van Nijmegen schrijft d.d. Nijmegen 31 maart dat de kerkenraad blijft weigeren afscheid te geven aan zijn predikant Leonius Leo, om korte tijd aan 's- Hertogenbosch te worden uitgeleend om te preken.
HHM nemen geen resolutie.

15 HHM lezen het verzoek van Harman Cornelisz., woonachtig te Emmerik en getrouwd met Judith Everts, onwettige dochter van Evert Pietersz. Hij verzoekt HHM indien nodig de brieven van legitimatie die hij van de keurvorst van Brandenburg voor Judith Everts heeft verkregen, te bevestigen en te aanvaarden.
HHM kunnen op deze zaak niet ingaan, omdat zij hiervan niets afweten.

16 De burgemeesters van Enkhuizen d.d. 17 april, schrijven dat de bewindhebbers van de WIC ter Kamer van het Noorderkwartier te Enkhuizen op aanschrijving van HHM een drietal hebben genomineerd. Twee gekwalificeerde Enkhuizer hoofdparticipanten zijn daarbij gepasseerd, waarvoor in de plaats twee participanten zijn gesteld die zo goed als geen aandeel hebben in de Compagnie zoals een bewindhebber of hoofdparticipant betaamt. Als reden hiervoor wordt gegeven dat er geen hoofdparticipant is, die twee jaar in de boeken voorkomt. Daarvoor in de plaats zouden zij niet alleen participanten hebben mogen benoemen, maar zelfs personen die nog geen partipant in hun Kamer waren, op voorwaarde dat zij voor de eerste zitting van de Compagnie zoveel voor eigen rekening zouden kopen, als het octrooi aan bewindhebbers voorschrijft.
De bewindhebbers in kwestie zal worden geschreven drie dagen na ontvangst de nominatie van het drietal te resumeren en te vervangen door drie volgens het octrooi op de dag van de afloting gekwalificeerde en uit de boeken bekende hoofdparticipanten. Indien dit niet mogelijk is, dient te worden gekozen uit de in tijd en kapitaal daarop volgenden. HHM begrijpen absoluut niet waarom gemene particpanten als hoofdparticipanten zouden worden gepresenteerd of niet-participanten zouden worden genomineerd, tenzij zij zich voor het zitting nemen als bewindhebbers voor eigen rekening in de Compagnie inkopen. HHM zullen hiervan een kopie aan de burgemeesters sturen met last erop toe te zien dat de bewindhebbers de resolutie van HHM nakomen.

17 Jacob van Nispe verzoekt om inzage van het advies van thesaurier-generaal Van Goch op zijn declaratie.
Dit wordt opgeschort tot Van Goch uit 's- Hertogenbosch is teruggekeerd.

18 Weinemar van der Reck te Kemnade klaagt over de afpersing en excessen, die begaan zijn door twee ruiters in dienst van HHM.
HHM stellen dit verzoek ter hand aan de RvS om hierover informatie in te winnen en de excessen gerechtelijk te doen straffen.

19 De magistraat van de gemeente Duisburg klaagt over de excessen van ingekwartierde troepen tegenover burgers in hun stad. Hij verzoekt HHM hiertegen op te treden en de stad van een gedeelte van het ingekwartierde garnizoen te ontlasten.
Dit verzoek wordt aan de RvS ter hand gesteld om na overleg met Z.Exc. hierover, maatregelen te nemen ter bestraffing van de schuldigen en zich te beraden op inkrimping of terugtrekking van het garnizoen.

20 HHM lezen de memorie van Sixtus van Amama, afgezant van de graaf van Oost-Friesland. Daarin verzoekt hij om een akte van neutraliteit voor het platteland van Oost-Friesland en de kleine steden, met een verklaring dat het garnizoen te Emden niet tegen de keizer van het Duitse Rijk, de koning van Spanje of iemand anders zal worden ingezet of met vijandelijkheden zal dreigen. Daarnaast verzoekt Amama HHM enkelen uit hun midden te benoemen om de oude registers en boeken van de graaf van Oost-Friesland door te zien, ten bewijze dat zijn voorouders voor het jaar 1589 de tol te Emden hebben geheven.
HHM besluiten op het eerste punt dit verzoek ter hand te stellen aan de RvS om na overleg met Z.Exc. hierover te adviseren, op het tweede punt de graaf de registers en boeken te laten overhandigen aan de Hoge Raad van Holland of een andere rechter om daarvan een authentieke kopie te laten maken.