20
HHM lezen de memorie van
Sixtus van Amama, afgezant van de graaf van Oost-Friesland. Daarin verzoekt
hij om een akte van neutraliteit voor het platteland van
Oost-Friesland en de kleine steden, met een
verklaring
dat het garnizoen te
Emden niet tegen de
keizer van het Duitse Rijk, de
koning
van Spanje of iemand anders zal worden ingezet of
met
vijandelijkheden zal dreigen. Daarnaast verzoekt Amama HHM enkelen
uit
hun midden te benoemen om de oude registers en
boeken
van de
graaf van Oost-Friesland
door te zien,
ten bewijze dat
zijn voorouders voor het jaar 1589 de tol te Emden hebben
geheven.
HHM besluiten op het eerste punt dit verzoek ter hand te stellen aan de RvS om na overleg met Z.Exc. hierover te adviseren, op het tweede punt de graaf de registers en boeken te laten overhandigen aan de
Hoge Raad van Holland
of een andere rechter om daarvan een authentieke kopie te laten maken.