29/04/1630

 
English | Nederlands

29 - 04 - 1630

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Ontvangen is een brief met bijlagen van agent Brederode d.d. Bazel 5 april.
Er wordt geen resolutie genomen.

2 Ontvangen is een brief met bijlagen van Oosterwyck d.d. Venetië 12 april.
Er wordt geen resolutie genomen.

3 Hofmeester Mortaigne deelt ter vergadering van HHM mee dat Alevelt, extraordinaris ambassadeur van de koning van Denemarken, verleden nacht in Haarlem heeft gelogeerd. Hij staat erop vandaag het middagmaal te gebruiken op Huis te Deil.
HHM verzoeken Z.Exc. de ambassadeur tegemoet te gaan en hem naar oude gewoonte te ontvangen. De Bye, Bruninxs, Beaumont, Rode, Veltdriel, Terculen en Schaffer worden benoemd om de ambassadeur in de logies van HHM te verwelkomen en hem deze avond te vergasten. HHM verzoeken Mortaigne het traktement van de ambassadeur te verzorgen conform 's lands reglement.

4 HHM lezen het op 23 april opgestelde advies van de RvS over een brief die de Tilly aan graaf Willem van Nassau heeft geschreven en over de kopie van het schriftelijke door graaf Willem gegeven antwoord. Tilly beklaagt zich over de inkwartiering en over het vorderen van geld van neutrale landen. De RvS oordeelt dat in het antwoord van graaf Willem voor het gehele punt van de inkwartiering openlijk naar HHM verwijst, hetgeen van tevoren niet was afgesproken. Het was beter geweest als op andere wijze was geëxcuseerd. Graaf Willem had de brief van Tilly ter goedkeuring beter eerst aan HHM kunnen opsturen alvorens te antwoorden. Het antwoord zou dan hebben geluid dat men niet van plan was iets te ondernemen in strijd met de neutraliteit, maar dat men zich genoodzaakt had gezien [ Gulik en Kleef] met krijgsvolk te bezetten om deze landen tegen een invasie zoals verleden jaar te beschermen. Aangezien het aldaar eerder gelegerde keizerlijke en Spaanse volk van onderhoud was voorzien, zou het redelijk zijn als de troepen van de Republiek op gelijke wijze behandeld werden.
HHM laten deze zaak liggen.

5 Ter vergadering van HHM wordt een wisselbrief getoond d.d. 16 april van 600 kronen van 129 groot de kroon. Dit bedrag is getrokken door ambassadeur Langerack om de benodigdheden op zijn aanstaande reis in opdracht van HHM - het hof van de koning van Frankrijk volgend - te betalen.
HHM machtigen ontvanger-generaal Doublet om de wisselbrief te accepteren. De gedeputeerden van Holland wordt verzocht de betaling op de vervaldag te verzorgen. Het bedrag mag in mindering worden gebracht op de ordinaris en extraordinaris consenten van dit jaar.

6 HHM lezen het advies van de RvS d.d. 26 maart over het op 16 maart ingediende verzoek om een jaarlijks traktement van de weduwe van de vrijheer van Putlitz. De RvS meent dat HHM wel genegen zullen zijn het verzoek in te willigen, maar dat er tot op heden niet besloten is over het geven van traktementen aan weduwen van andere officieren dan van kolonels. Daarom dienen HHM zich de consequenties hiervan ten aanzien van andere weduwen te realiseren. HHM weten dat ze zich juist moeten ontdoen van traktementen, in plaats van er nog meer te geven.
Een beslissing hierover wordt opgeschort.

7 HHM lezen het advies van de RvS d.d. 27 april over het verzoek van Adriaen Maes c.s. te 's-Hertogenbosch, die de pacht van de laatste termijn van het gouden en zijden laken voor 1.100 gld. waren aangegaan. Zij verzoeken om enige kwijtschelding in verband met het grote verlies dat erop is geleden.
Gelet op de in het advies van de RvS genoemde redenen besluiten HHM de supplianten aan achterstallig pachtgeld 400 gld. in een keer kwijt te schelden en terug te geven, op voorwaarde dat zij het restbedrag in één termijn contant betalen en de andere bedragen over drie maanden. Ontvanger De Fresne krijgt opdracht zich hiernaar te richten.

8 Arnhem en Bruinxs rapporteren conform de resolutie van 27 april Boudewijn Hackius c.s. te hebben gehoord naar aanleiding van de klachten die zij op 12 april bij HHM hebben ingediend over het optreden van chercher Poelenburch. Ze hebben ook Jochem Pietersz. gehoord, burgemeester te Zaandam en lasthebber van Poelenburch, wegens ziekte absent. De partijen zijn niet tot overeenstemming gekomen over de aanpak van deze zaak: moet worden uitgegaan van de bewering van de pachters of van de ?principale zaak? volgens het verzoek van de burgemeester qualitate qua.
Deze zaak wordt Jacob Olphertsz. de Jonge en Abbas, de aanwezige generaals van de konvooien, met de bewijsstukken voor nader onderzoek ter hand gesteld. Na door hen te zijn geïnformeerd en geadviseerd zullen HHM hierover besluiten.

9 De medaille van goud en diamanten die hiervoor aan Dyden ter waarde van 1.500 gld. is toegestaan mag 1.700 gld. gaan kosten. Men heeft geen lager geprijsde diamanten kunnen vinden.

10 Beaumont rapporteert ter vergadering zich conform de resolutie van HHM van 28 april bij ambassadeur De Beaugij te hebben vervoegd. Hij heeft alle denkbare redenen aangevoerd om zich te excuseren voor het verzochte verlof van zes maanden voor vuurwerker La Roche om gedurende die tijd in dienst van de Franse koning te treden. De ambassadeur heeft het excuus niet willen aannemen en heeft het verzoek van de koning herhaald. Hij voegt eraan toe dat hij gedurende zijn verblijf alhier bij HHM niets voor elkaar heeft gekregen. De koning zou daardoor kunnen denken dat het aan inspanningen van zijn kant ontbreekt of dat hij de redenen waarop het verzoek van de koning is gebaseerd, niet goed overbrengt.
Daarnaast laat Beaumont weten dat de ambassadeur wenst dat de genomen resolutie betreffende Jan Pissaut in gunstige zin wordt gewijzigd. Ook zal besloten moeten worden over de in beslag genomen schepen die door Fransen in de haven van Vlaanderen waren gekocht. Deze waren eerder door de vijand van ingezetenen van dit land afgenomen. Ten derde rapporteert Beaumont dat de ambassadeur een voorschrijven heeft verleend aan zijn collega-ambassadeur te Brussel. Hij hoopt dat door zijn bemiddeling bij de Infanta de Basken die door de Duinkerkers gevangen zijn genomen met hun harders worden vrijgelaten, opdat zij in het komende seizoen de Noordse Compagnie in Zeeland met de walvisvaart kunnen dienen.
Op het eerste punt besluiten HHM Z.Exc. de prins van Oranje te verzoeken en te machtigen om aan La Roche verlof te geven zes maanden dienst te doen bij de koning. Ten tweede besluiten HHM te blijven bij hun resolutie in de zaak Jan Pissot. Eerdaags zullen zij in de casus positie treden over de resterende van de Fransen in beslag genomen schepen. Tot slot wordt Beaumont bedankt voor zijn moeite.

11 Ter vergadering compareert bewindhebber Brouwer. Hij overhandigt een brief van de Admiraliteit te Amsterdam d.d. 27 april. Hij heeft aldaar verzocht kapitein Cats, die is belast met de bezetting van de kust van Vlaanderen, te gelasten om voormalig generaal Carpentier met zijn schip naar Gravesend in Engeland te brengen. De Admiraliteit heeft dit als strijdig met 's lands wetten verworpen.
In aanmerking genomen dat de generaal vertrekt ter bevordering van de zaken van de VOC die het land raken, besluiten HHM het College aan te schrijven en te machtigen Cats op te dragen met het schip onder zijn gezag Carpentier naar Gravesend te transporteren, met de uitdrukkelijke last aan Cats om zodra hij Carpentier, diens gevolg en bagage aan land heeft gebracht, zich naar de verzamelplaats te begeven. Brouwer belooft in dienst van het land Carpentier hierbij de helpende hand te bieden.

12 HHM lezen het verzoek van kapitein Baerent Schaeff en Hans Bornon. Zij schrijven de schepen genaamd De Maen en de Wyck te Duyrstede nog niet te hebben teruggekregen, het aanschrijven van HHM van 18 april en de daaropvolgende last aan equipagemeester Vinck van de president van de Admiraliteit te Amsterdam ten spijt. De equipagemeester heeft zich dit laten ontraden door enkele raden ter Admiraliteit op hun eigen gezag.
Nogmaals zal aan de Admiraliteit worden geschreven de supplianten van de genoemde schepen te voorzien. Verder bevelen HHM de equipagemeester uit te voeren hetgeen hem door de gehele aanwezig Raad wordt opgelegd, zonder acht te slaan op hetgene hem door de afzonderlijke raden geboden of verboden wordt. Zodra hij de brief ontvangt zullen de schepen Rijnopwaarts moeten varen om door de kapitein in dienst van het land of anderszins te kunnen worden gebruikt.

13 Vosbergen heeft summier rapport uitgebracht van hetgene hem in zijn legatie naar de keurvorst van Keulen is aangedaan. Hij zal pas in bijzonderheden treden wanneer zijn documenten zijn aangekomen.

14 HHM besluiten dat de ambassade naar Moskovië met iemand uit Gelderland, Holland en Friesland voortgang zal vinden. De gedeputeerden van Holland hebben verklaard deze zaak eerst met hun principalen te zullen overleggen, waarna ze hun oordeel in de vergadering zullen uitbrengen.

15 Rode deelt ter vergadering van HHM mee dat de Staten van Utrecht hun quote in de fortificaties van Büderich en Ruhrort hebben betaald, wat soldij voor de twee vanen ruiters van de ritmeesters Rouillac en Tomas Lucas, alsmede hun quote in de 42.000 pond, toegekend aan Z.Exc. de prins van Oranje in verband met zijn extraordinaris en aanhoudende kosten te velde verleden jaar. Hieraan wordt toegevoegd dat te Utrecht de quote in de beloofde maand soldij aan de ingekwartierde troepen onder commando van graaf Willem gereedligt, alsmede die in de 400.000 pond, in mindering te brengen op de legerlasten voor het lopende jaar die men heeft verzocht prompt op te brengen. Hetzelfde geldt voor de quote van deze provincie in de 255.293 pond die tekort zijn gekomen op het onderhoud van de twaalfduizend man die verleden jaar bij de belegering van 's- Hertogenbosch op de been zijn gebracht.
HHM bedanken Rode voor zijn mededelingen en ordonneren ontvanger-generaal Doublet om het geld dat in Utrecht gereedligt door zijn commies te laten ophalen. Uit de communicatie leiden HHM af dat nog niet is beslist over de betaling van het tweede miljoen tot subsidie van de Admiraliteit waarom in 1629 is verzocht, noch over zaken van de zee.
HHM besluiten de provincie Utrecht serieus te verzoeken alsnog zo spoedig mogelijk over het een en ander te besluiten en HHM op zijn laatst vrijdagavond aanstaande hun resolutie te doen toekomen. Gerestein en Tienhoven zullen schriftelijk worden verzocht daarbij de helpende hand te bieden.

16 HHM besluiten controleur Van der Mijle opdracht te geven naar oude gewoonte op de Vijverberg een kanonschot te lossen. Dit zal hem door de president worden aangezegd.