01 - 05 - 1630
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Lucas Cybulonskij,
Andreas Cuswadus en
Carolus
Scholiaster, arme studenten uit Bohemen, ontvangen ieder
een
viaticum van 6 gld. van kamerbewaarder
Herdersum.
2
Ontvangen is een brief met berichten van commissaris
Cracou d.d. Helseneur [Helsingør] 8/18 april.
Er wordt geen resolutie genomen.
3
HHM lezen het verzoek van
Johan Parisij, koopman te Dieppe c.s., ondersteund door een schrijven
van
Langerack d.d.
30 maart en mondeling aanbevolen door
De
Beaugij. Aangezien een van hun matrozen zijn schip in
brand heeft gestoken, wil Parisij wil dat kapitein
Pieter Jansz. van
Vlissingen of
Pieter
Adriaensz. dat en de lading vergoed.
Dit verzoek gaat voor informatie en advies naar de
Admiraliteit in Zeeland
.
4
HHM lezen het verzoek van
Jaecques Faulcon en zijn mede-reders, kooplieden te Dieppe, vergezeld van een
aanbeveling van ambassadeur
De
Beaugij om een
vergoeding voor het schip Den Dolphyn
met zijn lading. Het schip is gedeeltelijk beroofd door admiraal
Adriaen
Block Martini op zijn uitreis naar
Oost-Indië. Bovendien veroorzaakte deze
admiraal dat dit schip met de resterende lading door de
Engelsen werd genomen.
Alvorens hierover te besluiten zal dit verzoek aan de vergadering van de
Heren Zeventien
worden gezonden of in hun afwezigheid aan de
VOC ter Kamer Amsterdam
. Op basis van de verkregen informatie zal worden gehandeld.
5
HHM lezen het verzoek van
Daniel de la Biestraet, koopman te Amsterdam. Hij verzoekt HHM opdracht te geven
een wisselbrief van 2.000 gld. te accepteren en te betalen. Deze is
op
20 april
door
Vosbergen als
ambassadeur te
Keulen getrokken.
HHM machtigen ontvanger-generaal
Doublet de wisselbrief te accepteren. De
gedeputeerden van
Holland wordt verzocht de
betaling op
de
vervaldag te verzorgen. Het bedrag mag in mindering worden gebracht
op de
ordinaris en extraordinaris consenten van 1630.
6
Gehoord wordt het rapport van president
Eysinga, die conform de resolutie van gisteren met Z.Exc.
heeft overlegd over de uitwisseling van gevangenen.
Conform het advies van Z.Exc. besluiten HHM af te zien van de eerder gestelde voorwaarde dat de vijandelijke gevangenen te land en te water moeten beloven de
koning van Spanje na sluiting van het uitwisselingsverdrag zes maanden lang
niet te dienen. Verder wordt bepaald dat
Gerardt van
Berckel de onderhandelingen met de
gedeputeerden van de vijand over de uitwisseling schriftelijk zal
voeren.
7
HHM lezen de memorie van resident
Dudleij Carleton. Hij verzoekt een schip met goederen dat geruime tijd
geleden uit
Duinkerke is gekomen en door kapitein
Van der Zee is veroverd en naar
Rotterdam is gestuurd, terug te geven of
op
zijn minst de opbrengsten ervan.
Hierop kan niet worden ingegaan omdat schip en lading overduidelijk rechtmatige buit zijn en het geld daarvan reeds geruime tijd geleden is verdeeld volgens 's lands regels.
8
Conform de resolutie van HHM van 27 maart zal de
Staten van Utrecht
nogmaals worden verzocht hun resolutie over de korting van de eerste maand soldij van de kapiteins van compagnieën gerepartieerd op de provincie Utrecht, in te trekken. Doet men dit niet, dan moeten hiervan op zijn minst schriftelijk de redenen worden gegeven.
9
Ontvangen is een brief van de burgemeesters en raad van de stad
Emden d.d. 13 april, die betrekking heeft op een brief van 18 mei
1629
van gelijke strekking. Zij schrijven in het belang van
de Republiek en ter bescherming van hun stad en de
gewenste
rust, overste
Erentruiter in zijn
vaders plaats te hebben aangenomen
als
commandant
over
het garnizoen.
HHM zullen de retroacta laten nazien die in dergelijke zaken eerder zijn genomen.
10
Vosbergen recapituleert zijn rapport van eergisteren en overhandigt
de geloofsbrief van de
keurvorst van
Keulen.
Daarnaast toont hij de drie afzonderlijke antwoorden van de
keurvorst
op zijn herhaalde propositie.
De drie antwoorden zullen vanuit het Hoogduits in het Nederlands worden vertaald. Hiermee wordt het rapport besloten.