07 - 05 - 1630
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Op verzoek van
Court Coper, koopman te Amsterdam, wordt akte verleend om tegen betaling
van 's lands rechten honderd last bonen, gerst of mout vanuit
dit
land naar
Bremen te voeren. Overigens achten HHM
het
onnodig hiervoor speciale akten te verlenen aangezien de uitvoer
van deze goederen algemeen is toegestaan.
2
HHM lezen de brief van
Varick, burggraaf van Brussel d.d. Antwerpen 16 april,
geadresseerd aan de
graaf van
Culenborch. Varick wil een paspoort hebben om
naar
deze landen te komen om met HHM te onderhandelen over het vervoer
van
schepen geladen met vis naar vijandelijk gebied.
Vijandelijke schepen geladen met Vilvoordse steen bestemd voor
het onderhoud van de dijken in
Holland en
Zeeland zouden zonder vloot hierheen
mogen
worden verscheept.
HHM gaan hier niet op in.
3
President
Ruitenburch rapporteert dat Z.Exc. hiertoe verzocht, het op zich heeft
genomen morgen enkele heren uit deze vergadering bij hem te
roepen
om te bespreken wat in landsbelang gedaan kan worden om de
consenten uit de provincie
Friesland
te
krijgen ter betaling van de oude schulden van de Admiraliteit.
4
Ontvangen is een brief met berichten van orateur
Haga d.d. Constantinopel [Istanbul] 2 maart.
Er wordt geen resolutie genomen.
5
De gedeputeerden van
Holland hebben
Anthoni de Hooch,
raad en
vroedschap van Gorinchem, ter vergadering laten verschijnen. Hij
wordt
namens hun provincie gecommitteerd in de
Generaliteitsrekenkamer
.
Door De Hooch wordt de gebruikelijke eed op de instructie van deze kamer afgelegd. HHM stellen een en ander aldus vast.
6
President
Ruitenburch laat weten dat Z.Exc. graag zou zien dat de beloning conform
het reglement van de kolonels en
luitenant-kolonels
wordt
verhoogd naar het oude niveau.
HHM houden vast aan het reglement op de traktementen van de militaire officieren.
7
Aan
La Roche, in dienst van HHM, wordt conform de vorige resolutie en het
advies van Z.Exc. een akte verleend om voor zes maanden als
vuurwerker
in dienst van de
koning van
Frankrijk te
treden.
8
Enkele daartoe verzochte gedeputeerden zullen morgen naar Z.Exc. toegaan om over
Friesland te overleggen. Zij zullen met Z.Exc. ook het verzoek van
ambassadeur
Guzzoni bespreken om
in
Oost-Friesland vierduizend man te werven en deze
in te
schepen op de rivieren van deze staat.
De gedeputeerden van Friesland en
Groningen houden bij voortgang van deze
lichting vast aan hun verklaring van 4 mei.
9
Ontvangen is een brief van de
Staten van Holland
d.d. 's-Gravenhage vandaag. In de plaats van burgemeester
Willem Brasser hebben ze
Jorisz. Beijes in
de
Admiraliteit te Rotterdam
benoemd.
HHM committeren Beijes en laten commissie depêcheren, waarop Beijes de eed aflegt.
10
Ontvangen is een brief van agent
Pieter van Brederode d.d. Bazel 15 april alsmede de declaratie van zijn
ordinaris residentie, van zijn extraordinaris correspondentie en
andere
noodzakelijke onkosten waarin is toegestemd voor de periode 31
maart 1629 tot en met
31 maart
1630.
Deze declaratie zal voor onderzoek, rapport en advies worden overhandigd aan thesaurier-generaal
Van Goch.
11
Gehoord wordt het rapport van
Lochteren en andere gedeputeerden van HHM. Zij hebben conform de
resolutie van 2 mei de bij HHM ingediende remonstrantie van de
commiezen-generaal van de konvooien en licenten onderzocht, alsmede
de
aantekeningen van de remonstranten in de marge op het plakkaat van
de
binnenlandse paspoorten en het zuiveren van deze.
Alvorens hierover te besluiten zenden HHM een kopie van deze remonstrantie alsmede het plakkaat met de aantekeningen voor advies aan de Admiraliteiten van
Rotterdam
,
Amsterdam
,
het Noorderkwartier
,
Zeeland
en
Friesland
. De commiezen-generaal zullen door president
Ruitenburch worden ontslagen.
12
Gehoord wordt het rapport van
Rantwyck en andere gedeputeerden van HHM die conform hun resolutie
van 6 mei besprekingen hebben gevoerd met ambassadeur
Vane betreffende het door
resident
Carlaton in de zaak van
Amboina
[Ambon] voorgestelde redmiddel,
en de
daaropvolgende
mondelinge verklaring van HHM.
De gedeputeerden zal worden verzocht het relaas van deze besprekingen in een memorie op te tekenen.
13
HHM lezen het verzoek van
Wouter van Rymsdijck, konvooimeester te Grave. Hij heeft sinds de invoering
conform de brief van HHM van 14 aug. 1621 de licenten ontvangen
van
allerhande waren en goederen die verleden jaar uit neutrale
landen
naar
Antwerpen, 's-
Hertogenbosch
en
andere vijandelijke plaatsen zijn gevoerd of vandaar naar neutrale
landen. Hij verzoekt HHM iemand te committeren ten overstaan van
wie de
suppliant zijn rekening van de ontvangsten kan overleggen.
HHM verzoeken de
Generalteitsrekenkamer
de rekening van de suppliant te horen, te controleren en te sluiten, alsmede te adviseren over de beloning van de suppliant en de voet die voortaan bij de ontvangst moet worden aangehouden.
14
Geresumeerd wordt de declaratie van reis- en verblijfskosten van
Gerard van Berckel, oud-burgemeester van Rotterdam, gecommitteerd op het punt
van de uitwisseling en vrijlating van de wederzijdse gevangenen te
water in het jaar 1629 te
Roosendaal.
Van Berckel zal voor zijn vacaties over de jaren 1628 en 1629 700 gld. ineens ontvangen,
Van der Hooge, oud-burgemeester van Middelburg, 300 gld. over 1628. De
declaratie zal hiermee worden verhoogd. Verder blijven HHM bij hun
besluit van 15 april.
15
De maandstaat van de inkomende en uitgaande konvooien en licenten van de Admiraliteitskantoren in het
Noorderkwartier
over 1 sept. 1625 tot en met 31 aug. 1626 wordt ingediend, samen met de maandstaat van dit College over 1 sept. 1626 tot en met 31 aug. 1627.
Er wordt geen resolutie genomen.
16
HHM resumeren het punt van de uitwisseling van de wederzijdse gevangenen te water. Deze kan niet naar behoren worden behandeld via een briefwisseling.
Over de uitwisseling zal met de vijandelijke gedeputeerden zo spoedig mogelijk een bijeenkomst te
Roosendaal wordt belegd. Met het oog hierop worden
Berckel en
Van der
Hooch
gecommitteerd. Hun zal commissie in de vereiste vorm worden
gedepêcheerd.
17
Schaffer brengt ter vergadering naar voren dat Z.Exc. van
oordeel is dat namens HHM nadere inspanningen moeten worden gedaan
bij
de
Staten van Holland
om hen te
bewegen
tot
instemming met de lichting van waardgelders en de verschaffing
van
hun quote in de 400.000 pond in mindering op de legerlasten van dit
lopende jaar waarom door de RvS door middel van een petitie is
gevraagd.
De gedeputeerden van
Holland hebben beloofd dit bij hun
principalen te bevorderen.
18
Eck vraagt ter vergadering van HHM of de ambassade naar
Moskovië waartoe eerder besloten is, voortgang
zal
vinden. Zo ja, dan verzoekt hij HHM opdracht te geven daarvoor
alles
in gereedheid te brengen, aangezien het seizoen om daarheen te
gaan al
ver is verstreken. Indien HHM afzien van de voorgenomen
reis,
zou
Eck graag van de opgelegde commissie ontslagen willen worden.
HHM besluiten de ambassade te laten doorgaan. De heren van
Holland en
Friesland mogen ieder een persoon uit
hun provincie naast Eck aan
de legatie toevoegen. De heren van
Holland wordt verzocht hiermee akkoord te gaan.