11 - 05 - 1630
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
HHM resumeren de mededeling van de RvS op 3 mei. De
ontvanger-generaal mag ter aflossing van de door enkele particulieren
teruggevorderde leningen de helft van het geld gebruiken dat door
de
provincies is toegezegd en merendeels al in baar geld is opgebracht
voor de fortificatie van
Büderich en
Ruhrort. Als voorwaarde wordt gesteld dat het te
gebruiken geld binnen twee of drie maanden wordt vervangen door
geld
uit de staat van suppletie of anderszins. De provincies die reeds
geld hebben verschaft voor deze fortificaties, mogen daarvoor
niet
voor een tweede maal worden benaderd. De gedeputeerden van
Zeeland
verklaren dat zij hun
principalen
niet
kunnen verplichten tot de vervanging.
2
Cornelis Pietersz. uit Alkmaar, voormalig schipper op het schip De
Groene Draeck verzoekt om nog een voorschrijven aan
de Grote Raad van
Schotland en de
kanselier
van
Schotland. Hij wenst expeditie wat betreft dit schip,
dat
hem door enkele Schotse schepen is afgenomen.
De
griffier van HHM zal bij de suppliant informeren in welke
staat het proces tegenwoordig is.
3
Arnhem en
Bruninxs melden ter
vergadering conform de
resolutie van HHM van 4 mei van plan zijn te vertrekken naar de
vergadering van de
Heren Negentien van de
WIC
. Zij geven HHM in
overweging hun voor hun vertrek door middel van een instructie
te
gelasten op het punt van de paapse religie en het toelaten van de
beoefening ervan, de priesters en andere
religieuzen, alsmede
de
joden en hun godsdienst in de stad
Olinda en
in andere plaatsen van
Pernambuco.
HHM wensen hun gedeputeerden geluk op hun aanstaande reis, gelasten hun bij te dragen aan het beraad op beide punten inzake de religie en wel op een wijze die in het belang is van de WIC. Ze raden hun aan omzichtigheid te betrachten om deze stad en plaatsen niet in gevaar te brengen.
4
Griffier
Musch rapporteert dat hij de resolutie van HHM van gisteren heeft
overhandigd aan Z.Exc. om dienovereenkomstig enkele heren uit de
vergadering
van HHM alsmede uit de RvS bij hem uit te nodigen om met hen het
rapport
van de
uit
Friesland teruggekeerde
Essen en
Van
der Dussen te bespreken.
Z.Exc. heeft hiertegen bedenkingen, maar hij is
desondanks
bereid enkele heren te bescheiden en zijn advies te geven, indien
HHM dit wensen.
HHM benoemen voor deze bespreking Essen,
Noortwyck, Van der Dusse,
Beaumont,
Rode,
Rutenberch en
Schaffer. Ze dienen te overleggen
wat
er in landsbelang gedaan moet worden.
5
Elias Trip, koopman te Amsterdam wordt een paspoort verleend voor de
uitvoer naar
Zweden van tweeduizend rustingen ten
behoeve van de
koning van Zweden,
op voorwaarde
van
betaling van 's lands rechten en borgstelling dat de genoemde
rustingen nergens anders worden heengevoerd.
6
Het verzoek met een aanbeveling
van het stadsbestuur van
Amsterdam d.d. 7
mei, van
Reijer Claesz. en
compagnons om honderd last rogge te mogen
uitvoeren, wordt afgewezen.
7
Vosbergen vervolgt en besluit zijn rapport over de ambassade naar de
keurvorst van Keulen. Hij wordt
hiervoor bedankt. Hij heeft enkele
bijzonderheden die hem zijn overkomen op de heen- en terugreis, uit
het rapport gelaten. Hij zal hiervan zo spoedig mogelijk verslag
doen.
8
De brief van de RvS d.d. 8 mei wordt geresumeerd. Deze betreft de fortificatie en proviandering van de steden 's-
Hertogenbosch en
Wezel.
HHM machtigen de RvS om in allerijl op de oude voet de benodigde fortificatie te 's-Hertogenbosch en omgeving openbaar aan te besteden tot behoud van die stad. Daarnaast moet de RvS op het krediet van het land voor zes maanden levensmiddelen inslaan voor de twee steden. Ondertussen zal men het resultaat afwachten van het schrijven van HHM van gisteren, om het benodigde geld voor de fortificatie en de levensmiddelen los te krijgen.
9
De erfgenamen van wijlen
Arent van Seller, in zijn leven burgemeester van de stad Nijmegen, hier te
lande wonend met aanspraken op de bede van Brabant, hebben twee
afzonderlijke renten, een van 800 en de ander van 62 gld. 10 st.
jaarlijks. Ze zijn betaald door ontvanger
Broechoven
te 's-
Hertogenbosch tot het jaar 1602 incluis, op
112
gld. 14 st. na. Ze verzoeken HHM om ontvanger
Suerius op te dragen de
supplianten de twee
renten en
de achterstallige
jaren daarvan met dubbele jaren te laten betalen en door
te
gaan met de betaling.
HHM zullen alvorens een besluit te nemen, een verzoek om informatie en advies aan de superintendenten en de ontvanger van de bede van Brabant overhandigen.
10
De Bye en andere gedeputeerden van HHM hebben een ontwerp van een
compagnie onderzocht. De kaapvaarders vragen voor deze
compagnie te
Vlissingen octrooi aan. In de
vergadering van HHM zal over dit ontwerp besloten moeten
worden.
Een besluit wordt opgeschort.
11
HHM horen de verklaring van de gedeputeerden van
Holland over de ambassade naar
Moskovië.
Deze
ambassade zal doorgaan. De heren die daarheen gaan
zullen recht door zee met een oorlogsschip naar
Archangel vertrekken. De gedeputeerden van
Holland en
Friesland zullen elk
een
persoon uit hun provincie naast
Eck voordragen,
om
door HHM te worden gecommitteerd.
12
Ontvangen is een brief van de
Admiraliteit in het Noorderkwartier
d.d. Enkhuizen 2 mei. Zij schrijft dat de commiezen ter recherche in
Het Vlie 34 last rogge hebben opgebracht, volgens het
plakkaat van HHM van 30 nov. 1628 en hun aanschrijving van 21
maart.
Getracht werd deze rogge uit te voeren naar
Hamburg op
een
paspoort dat met dat doel door de konvooimeester te
Stavoren afgegeven was. De
advocaat-fiscaal is op grond van
het plakkaat
en de
brief tot confiscatie van de rogge overgegaan. De raden ter
Admiraliteit verzoeken HHM hierover te oordelen.
HHM zullen de Admiraliteit terugschrijven in het oordelen en vonnissen over de rogge zich precies te houden aan het plakkaat van 30 nov. 1628. Indien de eigenaar van de rogge zich door het vonnis bezwaard acht zal hij verhaal mogen halen op de konvooimeester te Stavoren, die als ambtenaar van het land geen onwetenheid van het genoemde plakkaat kan of mag voorwenden.
Verder besluiten HHM een kopie van de brief te zullen sturen aan de
Admiraliteit te Dokkum
, waaronder de konvooimeester te Stavoren ressorteert. Daarbij zullen HHM de verklaring voegen hun handelwijze zeer vreemd en onbehoorlijk te vinden, aangenomen dat de verklaring van de konvooimeester dat hij en andere konvooimeesters in
Friesland lange tijd geen uitvoerverbod van rogge en tarwe meer hebben
gehad, klopt. HHM stellen de Admiraliteit in Friesland daarvoor
verantwoordelijk.
13
De declaratie van reis- en verblijfskosten van
Henrick van Essen en
Ewout van der Dussen met
dienaars en een bode, voorgeschoten tijdens hun commissie in
Friesland en
Groningen, bedraagt
899 gld. 3 st. en 8 d.
Er wordt ordonnantie gedepêcheerd.
14
Ter vergadering wordt de declaratie getoond van reiskosten en vacaties van
Dirck Abbas, commies-generaal in het bereizen van de kantoren met ingang
van 9
april 1628 tot 10 mei 1630. Na onderzoek van de declaratie wordt
deze
vastgesteld op 1.068 gld. 14 st. Deze zal ter betaling worden
gestuurd
aan de
Admiraliteit te
Amsterdam
.