4
De
Staten van Holland
schrijven 20 dec. 1625 met het verzoek om commissie voor
Jan Gijsbrechts, raad van Amsterdam, die zij hebben genomineerd voor de
Zeeuwse Admiraliteit
. HHM
hebben dit
toegestaan.
Gysbrechts weigert nu de eed op de instructie in zijn volledigheid af
te leggen, ook omdat hij zich niet kan binden aan de toegestane
absentieperiode van zes weken.
HHM zeggen hem aan dat hij moet beloven alle punten van de instructie,
behalve die nagelaten kunnen worden zonder het land te benadelen,
na te
zullen komen. Wat de tijd betreft zal hij dispensatie kunnen
krijgen.
Hierop heeft hij de eed afgelegd alles naar vermogen na te zullen
komen.