17
Aangezien het leger geen vast
verblijf heeft, wil de
ambassadeur van Perzië naar Amsterdam gaan ter afhandeling van
zijn
zaken om, met goedvinden van HHM, daarna Z.Exc. op te zoeken. Hij
verzoekt de beloofde brieven voor
Venetië te
mogen
hebben om die te laten bezorgen.
HHM hebben geantwoord dat de ambassadeur zijn reis naar eigen discretie kan inrichten en dat zij de aan ambassadeur
Berck te schrijven brief zelf zullen doen bezorgen.