121
Engelbrecht Pieterssen van der Zee, koopman uit Brielle, verzoekt octrooi om
gedurende zes
reizen exclusief
Straat
Davis
[Davis Strait]
te mogen bevaren. In het jaar 1624 heeft hij daar een
nieuw eiland ontdekt met tot nu toe onbekend gebleven zilver- en
goudmijnen.
In 1624 is tussen de suppliant en
Adriaen Dirxsen Leverstein en die van de
Noordse Compagnie ter
Kamer Amsterdam
over deze zaak een geschil ontstaan.
Lochteren,
Noortwyck en
Lyclama zullen dan ook Van der Zee
en
de andere belanghebbenden horen en zo mogelijk tot een
vergelijk brengen.
1
Deze resolutie is gedrukt:
Muller, Geschiedenis Noordsche Compagnie ,
385-386.