3
Sommelsdijck compareert en voert aan zich vanwege zijn indispositie te
excuseren voor de bezending naar
Zeeland
waartoe
op 20 feb.
is besloten. De RvS heeft zijn
verontschuldigingen aanvaard en in zijn plaats
De
Rover aangewezen.
Ook
Rantwijck wenst zich vanwege zijn noodzakelijk
vertrek naar
Gelderland aan de bezending te
onttrekken. HHM blijven echter bij hun eerdere besluit en dringen
er
bij
beide
heren op aan de dienst van het land niet te weigeren.