17
In een brief d.d. 30 november 1626 beveelt de
koning van Groot-Brittanniƫ de zaak van luitenant-kolonel
Jan
Proude aan. Hij wil zijn compagnie aan een
ander
bekwaam persoon overdragen.
HHM verklaren dat men graag zou zien dat hij aanblijft, ook omdat zij op verzoek van de koning al hebben ingestemd met het vertrek van de kolonel van het regiment,
Morgan, naar de
Deense koning.
Als Proude
echter voor zijn zaken de Republiek toch moet verlaten, kunnen
HHM, gezien de toestand van het land, niet akkoord gaan met een
overdracht van diens commando.
In
deze situatie zal Z.Exc. worden gemachtigd een ander bekwaam
officier in zijn plaats aan te stellen.