3
Kapitein
Quast schrijft d.d. 6 april van zijn bij de Maas gelegen
oorlogsschip op 31 maart bij
Portland een schip van de vijand te hebben
veroverd. Hij heeft echter niet de manschappen overboord gezet.
Zijn
officieren
maakten hiertegen
bezwaar omdat er geen akte voor beschikbaar was en hun eed
als
kapitein, waarin zij beloofd hebben dit te doen, meer dan een jaar
oud is en
op dit punt ondertussen wellicht achterhaald. Daarna zijn de
kapiteins aan boord ontboden, die zich eveneens beriepen op hun
verouderde eed. Bovendien zouden inwoners van de Republiek van
deze
praktijk van voetspoeling schade kunnen ondervinden.
HHM schrijven de
Admiraliteit in het Noorderkwartier
waarom zij de commandeur en de anderen niet recentelijk de eed heeft afgenomen. Zij dient te berichten hoeveel gevangenen er zijn en van welke kwaliteit deze zijn. HHM schrijven alle Admiraliteiten de praktijk van voetspoeling voort te zetten en de kapiteins de eed af te nemen. Met Z.Exc. wordt besproken of men de kapiteins, wanneer deze hier hun commissie ontvangen, niet tevens de eed kan laten onderschrijven. Zij kunnen die bij de secretarissen van Z.Exc. achterlaten.