7
Ruisch,
Colster en
Gans,
raden ter Admiraliteit van Rotterdam, verschijnen ter vergadering.
Conform resolutie van 24 juli dienen zij een staat in van
de tegoeden van leveranciers aan de Admiraliteit en haar kapiteins.
Zij verzoeken deze te onderzoeken en zodanig te beslissen
dat de
leveranciers kunnen worden vergoed. Ten tweede melden zij dat hun
ontvanger
zich
strikt houdt aan zijn instructie, maar dat de instructie zodanig
is
dat
die tegenwoordig niet meer kan worden nageleefd. HHM dienen
hierover een
besluit te nemen. Ten derde stellen zij dat de
Staten van Holland
bij resolutie
van 2
juli
verzocht is ervoor te zorgen dat
Glaude
Rota,
voormalig klerk van de Admiraliteit, niet verder aansprakelijk
wordt
gesteld door de erfgenamen van schout
Muilwyck te
Rotterdam. Dit is echter nog niet gebeurd.
De oude gecommitteerden -
Hendrick van Eck,
Antwerpen,
Nobel,
Rode,
Walta,
Aelberts en
Broersema - moeten de
eerste
twee punten onderzoeken en hierover berichten. Aangaande het derde
punt is de heren van
Holland verzocht het proces
tegen Rota te beƫindigen en nietig te verklaren. Hij
heeft immers niet als particulier, maar als dienaar van de
Admiraliteit
meer dan conform het plakkaat ontvangen.