25/09/1627, 1

 
English | Nederlands

25/09/1627, 1

1 1 De heren van Holland berichten dat de vijand zeker voordeel zal hebben van de gebeurtenissen in Duitsland en de kans zal grijpen om de Republiek vanaf de Wezer en de Elbe overlast te geven. Daarom moet deze kwestie bijtijds aandachtig worden bekeken en met inachtneming van alle omstandigheden worden overwogen wat men ter verdediging van het land het beste dient te doen.
HHM zullen op de brief van resident Aetsema van 1 sept. antwoorden dat hij de drie door hem tegengehouden Friese schepen telkens de Elbe moet laten op- en afvaren. Aetsema moet de schepen gelasten de gebeurtenissen op en langs de rivier in de gaten te houden en de Nederlandse schepen aldaar te beschermen tegen iedereen die deze zou willen aanhouden of belemmeren. Dit in goede verstandhouding met de Engelse en Deense schepen, welke zij geen reden tot vijandigheid moeten geven. Verder moet Aetsema zich bij die van Hamburg en Bremen inspannen opdat zij het gevaar inzien en iemand naar HHM sturen om met hen te bespreken wat er gezamenlijk aan de verdediging van de rivieren kan worden gedaan.
Ook moet Aetsema de koning van Denemarken exclusief inlichten dat er een eiland genaamd Krautsand in de monding van de Elbe ligt. Dit valt onder Stormarn en dientengevolge onder de Deense kroon. Het eiland zou dienstig kunnen zijn ter verdediging van de Elbe, zodat Aetsema de koning in overweging moet geven of hij het niet moet bezetten of toestaan dat het in zijn naam wordt bezet. Daarnaast moet Aetsema informeren naar de gesteldheid van het eiland, of het eenvoudig bereikbaar is en of er een geschikte rede of haven voor schepen is.
Verder schrijven HHM de Admiraliteiten te Amsterdam en in het Noorderkwartier hun konvooiers telkens de Elbe en Wezer te laten op- en afvaren om de situatie in het oog te houden.

1 Deze resolutie is in S.G. 3906 ingeschreven door een klerk.