1 1
De heren van
Holland berichten dat de vijand zeker voordeel zal hebben van de
gebeurtenissen in
Duitsland en de kans zal grijpen
om
de Republiek vanaf de
Wezer en de
Elbe overlast te geven. Daarom moet deze kwestie
bijtijds
aandachtig worden bekeken en met inachtneming van alle
omstandigheden
worden overwogen wat men ter verdediging van het land het beste
dient
te doen.
HHM zullen op de brief van resident
Aetsema van 1 sept. antwoorden dat hij de drie door hem
tegengehouden Friese schepen telkens de Elbe moet laten op- en
afvaren.
Aetsema moet de schepen gelasten de gebeurtenissen op en langs de
rivier in de gaten te houden en de Nederlandse schepen aldaar te
beschermen tegen iedereen die deze zou willen aanhouden of
belemmeren.
Dit in goede verstandhouding met de Engelse en Deense schepen,
welke
zij geen reden tot vijandigheid moeten geven. Verder moet Aetsema
zich
bij die van
Hamburg en
Bremen
inspannen opdat zij het gevaar inzien en iemand naar HHM sturen om
met
hen te bespreken wat er gezamenlijk aan de verdediging van de
rivieren
kan worden gedaan.
Ook moet Aetsema de
koning van Denemarken exclusief inlichten dat er een eiland genaamd
Krautsand in
de monding van de Elbe ligt. Dit valt onder
Stormarn
en dientengevolge onder de Deense kroon. Het eiland zou dienstig
kunnen
zijn ter verdediging van de Elbe, zodat Aetsema de koning in
overweging
moet geven of hij het niet moet bezetten of toestaan dat het in
zijn
naam wordt bezet. Daarnaast moet Aetsema informeren naar de
gesteldheid
van het eiland, of het eenvoudig bereikbaar is en of er een
geschikte
rede
of haven voor schepen is.
Verder schrijven HHM de Admiraliteiten te
Amsterdam
en in het
Noorderkwartier
hun konvooiers telkens de Elbe en Wezer te laten op- en afvaren om de situatie in het oog te houden.
25/09/1627, 1
1
Deze resolutie is in
S.G. 3906 ingeschreven door een klerk.