3
Despesses verschijnt ter vergadering. Hem zijn door
Custoioux en de kapitein van het
veroverde Franse
schip de klachten overgebracht over de weigering van hulp door de
Admiraliteit, dat de Nederlanders niet tegen de Engelsen hebben
willen
vechten en andere zaken. Hij zal deze punten op
schrift zetten en zijn depĂȘches naar
Frankrijk
uitstellen, totdat hierover nader met HHM is gesproken. Hij wil de
twee
grote schepen naar
Amsterdam te
brengen.
Met
Z.Exc.,
Ernst Casimir en de
RvS
is de kwestie van de Engelse
schepen
te
Texel hervat.
HHM laten
Hendrick van
Eck en
Catz de Franse ambassadeur
zeggen dat hij de schepen mag brengen in een haven naar keuze,
indien
hij deze wil
laten overwinteren.
De
Admiraliteiten zal worden geschreven hiertoe op kosten van de
koning
alle bijstand te verlenen en de schepen in bewaring te stellen
alsof
het eigen schepen zijn.
Inzake zijn verzoek de
achtergebleven Engelse schepen aan te houden, zal men pas reageren
op
een schriftelijk verzoek. Intussen zal
Languerack het verbaal van de gedeputeerden
naar Texel
worden
gestuurd.