14
Ruisch en
Colster, raden ter
Admiraliteit te Rotterdam, compareren. Zij melden dat het schip van
Jasper Lieffhebber zeer gehavend,
zonder zeilen en zonder touwen, de
Maas is
opgevaren.
Aangezien de
Admiraliteit
niet
beschikt over oude touwen en het
schip
gevaar zou lopen als het werd uitgerust met jonge touwen, adviseren
de
raden het schip af te danken.
Aangezien het een van de beste schepen is, besluiten HHM met advies van Z.Exc. (die daarover gehoord is) dat het schip weer uitgerust moet worden. De andere Admiraliteiten zal gevraagd worden oude touwen te lenen.