7
In een remonstrantie verklaart de
Directie van de Levantse Handel
inzake de brief van
Pieter Martenssen Coij dat HHM voor hem en consul
Lambertus
Verhaer ordonnantie
dienen te passeren van 17.352 gld. over een jaar
traktement, ingegaan in augustus. Voor de bevrijding van slaven is
3.000 gld. respectievelijk 2.500
gld.
gerekend en 6.352 gld. aan
achterstand.
Dit zal worden onderzocht door
Feith en
Nobel.