5
HHM lezen een memorie, overhandigd door de gecommitteerden van de
Staten van Utrecht
. Deze verklaren in de betaling van de fortificaties voor het jaar 1627 geen consent te geven zolang de bezwaren niet zijn opgelost die uit de gebrekkige betaling van de fortificatiewerken voortvloeien. Zij stellen voor om naast de andere provincies alles te verschaffen en aan te voeren wat voor een herstel van zaken nodig is.
In een andere memorie verklaren de Staten van Utrecht een miljoen gld. te consenteren, zoals ter subsidie van de Admiraliteiten voor 1627 was gevraagd, alleen onder strikte voorwaarde dat de Utrechtse gecommitteerden in de verschillende Admiraliteitscolleges jaarlijks evenveel traktement krijgen uit de konvooien en licenten als de afgevaardigden van de andere provincies. Daarnaast moeten zij op het gebied van sessie, stemmen en commissie behoorlijk beloond worden.
HHM stellen beide memories in handen van de RvS om deze tezamen met de consenten van de andere provincies te onderzoeken en daarover te adviseren. Ook wordt de RvS verzocht de defecten in de consenten op schrift te stellen en aan HHM te geven.