7
HHM vragen de ontboden heer
[Govert] Brasser naar de 90.000 gld. die zij op 3 dec. 1627 hebben besloten
zijn broer
Joost Brasser te betalen. Hij
verklaart dat zijn broer na betaling nog
ongeveer 42.000 gld. van de 90.000 gld. heeft overgehouden. Van dit
bedrag heeft hij vervolgens echter ook geld uitgekeerd.
HHM gelasten Brasser zijn broer per expresse aan te schrijven een staat op te sturen van wat hij van de 42.000 gld. heeft uitgekeerd.