14/09/1628, 8

 
English | Nederlands

14/09/1628, 8

8 HHM lezen de op verzoek van de gedeputeerden en de RvS door thesaurier-generaal Van Goch opgestelde memorie. De meeste klachten zijn afkomstig van de aannemers van de verdedigingswerken en personen die geld tegoed hebben voor legerdiensten, terwijl de provincies in beide gevallen achterblijven met hun betalingen. Van Goch stelt voor te regelen dat de provincies binnen een korte - door HHM vast te stellen - termijn de drie meest achterliggende posten verrekenen: het logiesgeld, de fortificaties en de legerkosten. Intussen kunnen de provincies de klagers enigszins tegemoetkomen door onmiddellijk hun quote in het fortificatiegeld over 1627 op te brengen. De betaling hiervan ligt zover achter, dat er iets opgebracht moet worden.
HHM nemen hierover geen beslissing, omdat de heren van Holland om een kopie van de memorie vragen. Deze wordt hun verleend.