8
HHM lezen de op verzoek van de gedeputeerden en de RvS door thesaurier-generaal
Van Goch opgestelde memorie. De meeste klachten zijn afkomstig van de
aannemers van de verdedigingswerken en personen die geld tegoed
hebben
voor legerdiensten, terwijl de provincies in beide gevallen
achterblijven met hun betalingen. Van Goch stelt voor te regelen
dat de
provincies binnen een korte - door HHM vast te stellen - termijn de
drie meest achterliggende posten verrekenen: het
logiesgeld,
de fortificaties en de legerkosten. Intussen kunnen de provincies
de
klagers enigszins tegemoetkomen door onmiddellijk hun quote in het
fortificatiegeld
over 1627 op te brengen. De betaling hiervan ligt zover achter, dat
er
iets opgebracht moet worden.
HHM nemen hierover geen beslissing, omdat de heren van
Holland om een kopie van de memorie vragen. Deze wordt hun
verleend.