06/10/1628, 5

 
English | Nederlands

06/10/1628, 5

5 Ambassadeur Joachimi compareert en bericht de volgende punten:
I Conform zijn last heeft Joachimi de koning beloofd dat de afgevaardigden van de VOC in september naar Engeland komen, mits de drie Oost-Indiëvaarders worden vrijgelaten. Deze afgevaardigden zouden daar in aanwezigheid van de ambassadeurs de geschillen met de Engelse Oost-Indische Compagnie bijleggen.
II De kapiteins van staatse oorlogsschepen laten in Engelse havens of op reden aldaar schepen visiteren door de Engelsen. Soms staan zij toe dat Engelse matrozen van hun schip worden gehaald, waardoor de bemanning afneemt. Deze gang van zaken schaadt de goede naam van de Republiek.
III Wanneer de konvooiers van Nederlandse koopvaardijvaarders Engelse oorlogs- of kaperschepen tegenkomen, gedogen zij soms dat deze worden aangehouden en naar Engeland gebracht, waar zij worden onderzocht. Dit gebeurt ook wanneer de konvooiers het zouden kunnen voorkomen. Joachimi raadt HHM aan dit in acht te nemen.
HHM bespreken deze punten in aanwezigheid van Z.Exc. en besluiten erop als volgt:
I De Heren Zeventien wordt geschreven de belofte van de ambassadeurs aan Z.M. na te komen door enkele afgevaardigden naar Engeland te sturen. Hun moet worden gelast in aanwezigheid van de Nederlandse ambassadeurs de geschillen tussen de VOC en de Engelse Compagnie bij te leggen, conform de toezegging aan Z.Exc. inzake de vrijlating van de drie geconfisqueerde Oost-Indiëvaarders. Hierop zijn ook de beloften van de ambassadeurs gebaseerd. De kosten van de afvaardiging zijn voor de VOC.
Inzake punt II en III wordt aan alle Admiraliteitscolleges geschreven hun scheepskapiteins strikt te gelasten niet te gedogen dat hun schepen in Engelse havens of op reden aldaar door de Engelsen gecontroleerd worden. Evenmin mogen Nederlandse koopvaardijschepen op zee door iemand worden toegeëigend. De scheepskapiteins moeten hun uiterste best doen deze schepen tegen geweld en ongeluk te beschermen.
HHM laten Essen, Van der Dusse, Beaumont, Gerestein, Eysinge, Haersolte en Schaffer de beveiliging ter zee en de verdeling van de schulden van de Admiraliteitscolleges bespreken.