9
In een rekest meldt
Phillips Godines, heer van Cantecroy, Mortsel en Eegem [Edegem], deze
heerlijkheden op 17 april 1627 door een beschikking van de Raad van
Brabant te
Brussel te hebben
gekocht
van
Johan Maes. Laatstgenoemde had
een schuld
aan de Amsterdamse koopman
Jacob
Petersz., die de huidige bezitter Godines voor de
Raad van Brabant
in
's-
Gravenhage heeft gehaald. Dit heeft ertoe
geleid
dat de genoemde heerlijkheden door de Raad van Brabant hier opnieuw
zijn verkocht, terwijl dit reeds eerder in Brussel was gebeurd.
Godines heeft het bevel hiertoe ontvangen. Hij verzoekt HHM te
gelasten dat Jacob Pietersz. hem ongestoord de
heerlijkheden laat bezitten. Zij moeten toestaan dat Godines de
voordelen van de genoemde
koop mag genieten.
Voordat HHM hierover besluiten, geven zij het rekest voor advies aan de Raad van Brabant in 's-Gravenhage.