20
HHM resumeren de twee brieven van de
Admiraliteit te Dokkum
d.d 27 okt. en 4 nov., beide ontvangen op 13 december. Mede gelet op het door de aanwezige gedeputeerden opgestelde advies van de
Admiraliteit te Rotterdam
,
te Amsterdam
,
in Zeeland
en te Dokkum, besluiten HHM conform het advies: de kapiteins, officieren of matrozen die naast de officieren van het land en de officieren van de pachters fraude zullen ontdekken en achterhalen, zullen als mede-aanbrengers worden gezien. In die kwaliteit zullen zij een gelijk deel uit de geconfisqueerde goederen genieten. Ten tweede zijn de officieren ressorterend onder de Admiraliteit te Dokkum gerechtigd alle schepen, zowel schepen uit
Amsterdam als andere uitvarende schepen, ook als ze al gevisiteerd
zijn, opnieuw te visiteren, opdat 's lands rechten beter in
acht
worden genomen en meteen wordt onderzocht of de officieren tijdens
eerdere visitaties hun werk naar behoren hebben gedaan. De
gedeputeerden van
Holland hebben op het laatste
punt
verklaard deze gang van zaken niet te kunnen toestaan of
gedogen, voordat zij dit punt met hun
principalen
hebben
besproken en hun mening daarover hebben vernomen, omdat deze
maatregel nieuw is.
Beaumont heeft namens
Zeeland
verklaard
evenmin met het laatste punt te kunnen instemmen zonder hiertoe
door
zijn principalen te zijn gelast.