10
HHM lezen het rekest van
Jan van der Veecken, geschreven op last van de Raad van
Münster
en magistraat van
Coesfeld. Hij verzoekt HHM
Jan Jansz. van Coesvelt en de
Rijngraaf, die van
de genoemde Coesvelt een akte heeft verkregen
tegen
Harmen Crabbe uit Dorsten, te
bevelen dat
zij tegen de inwoners van het bisdom Münster of de stad Coesfeld
geen
represailles of militaire dwangmaatregelen nemen, maar het
recht
zijn loop laten hebben in de zaak van Coesvelt tegen Crabbe.
HHM stellen de RvS het rekest en de bijbehorende stukken ter hand om deze nader te onderzoeken en er verslag over uit te brengen.