5
De gecommitteerden van de
Heren Negentien
van de WIC verzoeken HHM om twaalf schepen uitgerust met geschut, munitie en bemanning voor de duur van vier, hooguit vijf maanden. Deze zullen op kosten van de Compagnie worden gevoegd bij 36 grote en negen kleine schepen die met nog een aantal andere zullen worden ingezet. Daarmee kan de vijand een grotere slag worden toegebracht.
Na de uitvoering van het eerste deel van het plan wil de WIC, na afdanking van de schepen, overgaan tot het tweede deel van het krijgsplan, waarvoor ze vijf- à zesduizend soldaten en vierduizend matrozen nodig heeft, die ze op eigen kosten zal aannemen en onderhouden. Ze vraagt evenwel aan HHM om in de maandgelden van tweeduizend man twaalf maanden bij te springen. Wanneer HHM beide verzoeken niet inwilligen, ziet de WIC zich genoodzaakt de uitrusting van haar vloot te verminderen.
HHM gelasten
Eck,
Van der Dusse en
Schaffer om met het landsbelang
voor ogen samen met Z.Exc. de
memorie te
onderzoeken en nadere informatie in te winnen over de plannen van
de WIC. Daarna zullen HHM
over
het verzoek besluiten.