14
HHM beraden zich over het vijfde punt van het op 5 maart ingediende schriftelijke rapport van de gedeputeerden van HHM naar de laatste vergadering van de
Heren Negentien van de WIC
. Het betreft de uitdeling van 1.000 pond Vlaams voor elk negende deel aan verschillende behoeftige en verdreven personen, voor een totaalbedrag van 54.000 pond.
HHM zullen de WIC schrijven ontvanger-generaal
Doublet 6.000 gld. te geven voor het levensonderhoud van
de Nederlanders
die uit gevangenschap in
Vlaanderen in
Calais aankomen en
daar wachten op een goede
gelegenheid om naar de Republiek terug te keren. De overige 48.000
gld.
moeten zij met medeweten van de magistraten van de verschillende
steden van de Republiek
uitdelen
aan de armen en behoeftigen van die steden, naar rato dat zijzelf
of
anderen uit hun naam in de Compagnie participeren. In de
toekomst moet de WIC zich wel onthouden van het buiten medeweten
van
HHM uitdelen van een dergelijk bedrag aan aalmoezen.
Aangaande het zevende punt van het genoemde rapport, dat handelt over de buit en de tegoeden van de WIC op de Republiek, vragen HHM zo snel mogelijk een staat op te sturen met een opgave wat er bij de verschillende gelegenheden door de WIC is buitgemaakt en haar aanspraken op het land. In een andere staat moet de Compagnie haar tegoeden specificeren, zodat men tot de afrekening van beide kan overgaan. Tot slot vragen HHM om een duplicaat van de rekening van de soldaten en het bootsvolk alsmede hun aandeel in de buit van de Spaanse zilvervloot.