17
Vosbergen legt de vergadering de volledige rekening voor van hetgeen
hofmeester
Johan van Woestinghove
voorgeschoten heeft aan verblijfs- en andere kosten tijdens
het
extraordinaris gezantschap van de
heer van
Sommelsdyck en Vosbergen in
Frankrijk en tijdens de reis daarheen en terug.
Tijdens dit gezantschap is spaarzaamheid betracht en heeft men
geprobeerd de richtlijnen van HHM na te leven, maar dat was door de
gestegen kosten van levensonderhoud niet mogelijk, zoals bij
herhaling
te kennen is gegeven. Daarom vraagt Vosbergen HHM deze rekening
goed
te keuren. Hij verklaart daarbij dat er geen
privé-onkosten door hem of Sommelsdyck zijn opgevoerd. De
suppliant
vraagt HHM tevens rekening te houden met de openstaande posten aan
het
eind van de rekening, te weten de beloningen voor de officieren
die
deel uitmaakten van het gezantschap.
De rekening en de specificaties gaan naar thesaurier-generaal
Van Goch om deze na te kijken en daarbij te letten op de
openstaande posten voor de genoemde officieren. Na zijn rapport te
hebben ontvangen zullen HHM een besluit nemen over de rekening.