12
Ambassadeur
De Beaugij compareert en brengt de vergadering op de hoogte van de
militaire
successen van de
koning van
Frankrijk bij het
doorbreken van de passen in
Piemonte en het
veroveren
van de stad
Susa.
Hij verzoekt de nodige maatregelen te treffen in de zaak van zijn kamerdienaar die hij heeft laten aanhouden en opsluiten in de Voorpoort, die in bruikleen gegeven was. Het
Hof van Holland
heeft hem echter buiten zijn medeweten vrijgelaten. De ambassadeur vraagt hem opnieuw aan te houden en op te pakken in
Vianen, waar hij zich nu zou bevinden.
De vergadering bedankt de ambassadeur voor de informatie en besluit het nodige te doen om hem tevreden te stellen. Er wordt opnieuw aan de
heer van Brederode geschreven om de kamerdienaar in Vianen gevangen te laten
nemen en hem naar 's-
Gravenhage te sturen.