11
De vergadering verzoekt de heren van
Holland de beslissing mee te delen aangaande het verschaffen van de
60.000
of 70.000 gld. die door de RvS verzocht zijn in mindering van hun
quote
in de verzochte 500.000 gld. De heren verklaren dat de
Staten van Holland
hiermee niet
kunnen
instemmen, aangezien zij hun quote reeds hebben betaald. Zij hebben
namelijk 8.937 gld. betaald aan de ontvanger, 54.051 gld. aan de
brugmeester en 228.572 pond 7 sch. 6 d. voor de scheepsvrachten van
verleden jaar. Het totaalbedrag is gelijk aan de volledige quote
van
Holland. De heren van Holland vragen de afgevaardigden van
Zeeland en
Friesland hun quoten
in het genoemde bedrag van 500.000 gld. te
betalen.
De vergadering vraagt
Brunixs het antwoord van de heren van Holland mee te delen
aan de RvS. Hij zegt toe dit te doen. Naderhand deelt hij mee dat
de RvS van plan is
hierover met de heren van Holland te spreken.