7
Gehoord is het rapport van
Essen,
Noortwijck en andere
gedeputeerden
van HHM die krachtens de resolutie d.d. 22 maart de missive van de
Staten van Zeeland
onderzocht
hebben, die op 19 maart
met diverse akten aan
Z.Exc. is gestuurd aangaande het opzeggen van de dienst, het
traktement en
de
huisvesting van luitenant-admiraal
Dorp. De
gecommitteerden hebben rekening gehouden met verschillende
documenten en
particuliere missiven tegen de genoemde Dorp, geschreven door
diverse kooplieden uit
Hoorn en anderen.
Deze beschuldigen hem en zijn ondergeschikte kapiteins ervan dat
zij
tijdens hun laatste reis het grootste deel van de tijd zonder enige
aanleiding in de havens van
Engeland voor anker
gelegen hebben,
zodat de Duinkerkers vrij spel hadden en de Nederlandse schepen
grote
schade konden toebrengen. De gedeputeerden van HHM hebben al de
genoemde stukken en de documenten waarnaar de brief van de Staten
van Zeeland verwijst, vergeleken met het journaal van
luitenant-admiraal
Dorp en zijn tot het besluit gekomen dat de
stukken
sterk afwijkend zijn. Toen men Dorp
hiermee confronteerde, heeft deze verklaard dat alle
stukken vals zijn.
Hij probeerde dit te bewijzen met diverse documenten die
het
tegenovergestelde beweerden. Op deze manier wil hij zich
verdedigen.
De vergadering besluit afschriften van de documenten ten laste van luitenant-admiraal Dorp hem ter beschikking te stellen, zodat hij zich tegen de
aantijgingen kan verdedigen.