1
Eck en andere gedeputeerden brengen verslag uit van hun
gesprek krachtens de resolutie d.d. 9 april met
Uuslingh, die uit
Zweden is
teruggekeerd. Zij melden dat de genoemde
Uuslingh
zichzelf als stichter en promotor van de
WIC
ziet en een vergoeding vraagt voor bewezen diensten. Hij is bereid
in
ruil daarvoor mededelingen te doen aangaande de toestand in
West-Indiƫ voorzover die hem bekend is.
De vergadering stelt dat Uuslingh zich tot de Heren Negentien moet
wenden voor de gevraagde vergoeding en voor emplooi bij de
Compagnie.