6
HHM lezen en onderzoeken het vandaag ingediende schriftelijke voorstel van de
baron van Spieringh. Het antwoord is mutatis mutandis hetzelfde als dat op het
voorstel van de
graaf van
Schwarzenberg d.d. 13
april
op diens voorstel d.d. 2 april. Verder wordt beslist te wachten met
de officiële kennisgeving van de gisteren genomen resolutie over
de missive van de
hertog van
Palts-Neuburg
totdat de baron het antwoord1 ontvangen
heeft,
zodat hij zelf kan oordelen of de komst van zijn meester nog zinvol
is.
HHM hebben het voorstel gehoord dat namens Wolfgang Wilhelm, paltsgraaf van de Rijn, en krachtens diens geloofsbrief d.d. Düsseldorf 3
april op
25 april is ingediend door
Frans, vrijheer van
Spierinck
tot Sevenaer etc.. De vergadering verklaart dat zij blij
is
te zien dat de
keurvorst van
Brandenburg en de
hertog van Palts-Neuburg een betere verstandhouding krijgen. HHM
hopen dat dit bevorderlijk zal zijn voor de
welvaart van hun landen en hun onderdanen, die eindelijk van hun
moeilijkheden
bevrijd worden. In het genoemde voorstel zijn verschillende
punten opgenomen waarop een resolutie van HHM verzocht wordt. De
vergadering verklaart dat zij eerder reeds de onwil ervaren heeft
van
de vijand in het uitvoeren van het traktaat van
Xanten, terwijl zijzelf van haar kant bereid was
dat wel te doen.
HHM
zijn bijgevolg van mening dat het nuttig is te wachten totdat
de
koning van Spanje en de
Infanta
hun mening en bedoelingen duidelijk gemaakt hebben, meer in het
bijzonder of en in welke mate zij bereid zijn de bepalingen uit te
voeren. Vervolgens zal de vergadering haar eigen standpunten
formuleren.
HHM hebben vertrouwen in het goede oordeel van de baron om deze
zaak
voort
te zetten.
26/04/1629, 6
1
Geïnsereerd
in S.G. 3188 en gedrukt in Aitzema, S. &
O. kwarto II,
750-751/folio I, 829.