11
De vergadering beraadslaagt opnieuw over het verzoek van kolonel
Famars om een verhoging van zijn traktement van 300 naar 400 gld.
per
maand om zo dezelfde soldij te ontvangen als zijn
broer kreeg
krachtens de resolutie d.d. 11 juli
1621,
genomen op advies van de RvS. De suppliant is zijn
broer opgevolgd.
HHM stellen dat zij aangaande een
wijziging van het traktement van de suppliant niet kunnen afwijken
van
de voet die op advies van de RvS is vastgelegd in voorgaande en
herhaaldelijk genomen resoluties. Hierin werd besloten de
traktementen
van de nieuwe kolonels en hun onderofficieren op de laagste voet
te
brengen. Omdat de compagnieën van het regiment van Famars vaker
worden ingezet dan vroeger en ook om andere redenen, kan de
kolonel
een extraordinaris subsidie van 100 gld. per maand worden
toegewezen.
Deze subsidie wordt betaald uit het geld bestemd voor de
legerlasten en
geldt alleen voor de periode waarin de suppliant te velde wordt
ingezet.
HHM verklaren verder dat deze resolutie niet als een precedent
beschouwd mag worden. De heren van
Zeeland
geven te kennen morgen hun advies op deze resolutie uit te
brengen.