12
De gecommitteerden van de Heren Zeventien van de
VOC
,
Brouwer en
Welhouck, compareren en
herhalen het
op 30 maart gedane verzoek van de
Compagnie aangaande de voorgestelde uitrusting van de
oorlogsschepen ter bescherming van de schepen die deze zomer uit
Oost-Indiƫ verwacht worden. Het geld om dit
te
betalen zal afgetrokken worden van de rechten van de Generaliteit
in
de
opbrengsten van de Compagnie.
De gecommitteerden voegen eraan toe dat zij zich tot de
Staten van Holland en West-Friesland
gewend hebben en dat zij het volgende afgesproken hebben. De VOC rust drie grote schepen van tweehonderd last en twee kleine van tachtig last uit, waarbij de grote achtentwintig kanonnen en honderdvijftig man aan boord hebben en de kleine achttien kanonnen en vijfenzeventig man. Deze vijf schepen worden ingezet om op commissie van Z.Exc. voor de commandeurs en de kapiteins en op instructie van de VOC te kruisen tussen
Engeland en de
Hoofden
[Nauw van Calais] tot
half juli.
Daarna
worden ze tot november ter beschikking gesteld van de Generaliteit.
De
totale kostprijs van deze operatie, begroot op 150.000 gld., denkt
de
Compagnie voor twee derde te betalen uit de konvooien en voor
een derde uit de rechten van het land in de buit van de VOC
die na
vandaag
gemaakt wordt. De gecommitteerden vragen de vergadering snel een
besluit
te nemen aangezien de tijd verstrijkt.
Alvorens te beslissen, besluit de vergadering het journaal van
't Lam, dat hij verleden jaar tijdens zijn reis bijgehouden
heeft, te onderzoeken.