9
Krachtens de resolutie d.d. 21 april hebben HHM de opdracht nagekeken die ze aan agent
Brederode gegeven hebben om de doop van de
zoon van
paltsgraaf
Friedrich Kasimir
en
zijn echtgenote vrouwe
Emilia van
Nassau bij te
wonen. De vergadering stelt vast dat de resolutie d.d. 19 nov.
1619
Brederode committeerde, met een machtiging d.d.
20
nov. 1619 een verguld kunstwerk ter waarde van 1.800 gld. als
geschenk
te
geven en naar oud gebruik tevens 300 gld. te verdelen onder de
aanwezigen en elders.
De vergadering buigt zich verder over de missive van de genoemde prinses d.d. 5 feb., ontvangen op 21 april, en leest daarin dat ze van mening is dat haar zoon een jaarlijks pensioen moet ontvangen van HHM. De prinses beweert dat agent Brederode dat indertijd beloofd heeft bij de doop, in
overeenstemming met de soortgelijke beloftes van HHM aan andere
prinsessen en vorstinnen.
De verdere bespreking wordt uitgesteld.