28/04/1629, 5

 
English | Nederlands

28/04/1629, 5

5 Raadpensionaris Duyck legt de vergadering een missive van resident Aissma d.d. Hamburg 8/18 april voor, waarin hij meldt dat in Lübeck naar alle waarschijnlijkheid een verdrag gesloten zal worden tussen de keizer en de koning van Denemarken. De keizer biedt de teruggave van Jutland en Holstein aan zonder enige compensatie of slechts tegen een kleine vergoeding. De koning van zijn kant doet afstand van de bisdommen en alle andere zaken die te maken hebben met aangelegenheden van de Kreits. Er is tevens sprake van enkele geheime bepalingen, maar daarover heeft de resident nog geen zekerheid. De kanselier en iemand van de stenden zijn naar Denemarken vertrokken. Omdat hij merkt dat de vredesgesprekken te Lübeck op hun einde lopen, verzoekt Aissma een paspoort om daarheen te gaan.
De vergadering antwoordt Aissma naar Lübeck te gaan om daar de gebeurtenissen rond de vredesonderhandelingen op de voet te volgen. Tevens wordt aan de koning van Denemarken geschreven dat hij krachtens het zevende artikel van de alliantie tussen hemzelf, de kroon van Groot-Brittannië en de Republiek overleggen moet met HHM over de aangeboden bepalingen alvorens zijn commissarissen daarop daadwerkelijk mogen antwoorden. HHM zijn van mening dat zij daartoe gerechtigd zijn, aangezien zij de punten van het genoemde verdrag steeds opgevolgd hebben en, ondanks hun penibele situatie, steeds regelmatig het beloofde secours hebben betaald. Indien de koning van plan is zonder voorafgaand overleg met HHM vrede te sluiten, dan moet hij er oog voor hebben dat er geen voor de Republiek nadelige punten worden opgenomen in het verdrag.