27/07/1629, 1

 
English | Nederlands

27/07/1629, 1

1 In aanwezigheid van de RvS , besluit de vergadering de ambassadeur bij de koning van Frankrijk, de ambassadeur bij de koning van Groot-Brittannië en de ambassadeur in de republiek Venetië te schrijven dat de vijand de IJssel is overgestoken en op de Veluwe actief is, en dat men moedig, maar tevergeefs geprobeerd heeft hem te verdrijven. Ze moeten wijzen op de grote gevolgen die het vijandelijke verblijf daar kan hebben en de koningen en de republiek verzoeken om snel veel financiële hulp te geven om het land te redden en de ondraaglijke kosten enigszins te temperen.
De graaf van Culenborch en Noortwyck worden gecommitteerd om de ambassadeur van de koning van Frankrijk en de ambassadeur van Venetië in algemene termen de moeilijke situatie die uit de vijandelijke aanwezigheid op de Veluwe volgt uiteen te zetten, en hun te vragen het verzoek van de staatse ambassadeurs bij hun meesters met ernstige brieven te steunen.