8
De gearriveerde
Rantwyck en
Baersdorp, gedeputeerden
te
Arnhem, dringen erop aan
uit
het garnizoen in deze stad twee of drie compagnieën te lichten
ter bezetting van de
Betuwe vanaf
Wijk bij Duurstede tot aan de
Vaartse Rijn.
Daartegen wordt
ingebracht dat gisteren uit
deze
stad
twee compagnieën naar Wijk bij Duurstede en twee
compagnieën naar
Naarden zijn vertrokken en
nog eens driehonderd man ter bezetting van de posten langs de
Vecht. Vanavond zullen ter versterking daarvan
nog zes- à zevenhonderd man worden gestuurd. De verwarring
onder
de
burgers in
deze stad is echter zo groot dat men ze nauwelijks onder gezag kan
houden.
Het verzoek van de gedeputeerden wordt afgewezen. Stadhouder graaf
Ernst Casimir van Nassau en de gedeputeerden van HHM te Arnhem worden gemaand
indien mogelijk wat volk naar de Betuwe tussen Wijk bij Duurstede
en
de Vaartse Rijn te sturen, om de passage aldaar niet in gevaar te
laten
komen. Ook zal worden geschreven aan kolonel
Hauterives die met veertien
compagnieën in de
Betuwe
nabij Wijk bij Duurstede is gelegerd, om nauwlettend op de passage
over de
Lek
tussen
Wijk bij Duurstede en
Vreeswijk toe te zien.