14
HHM bestuderen hun resolutie van 8 nov., genomen op het verzoek van
Willem Dircxsz. en
Jan Thonisz. c.s. die
het regiment van
overste
Rosencrantz op hun schepen
vanuit de
Sont hierheen hebben gebracht.
De supplianten wordt in plaats van 1.800 gld., 2.000 gld. toegekend aan vracht, te betalen uit de in de resolutie genoemde middelen.
Ter vergadering compareert commies
Verhaer. Hij deelt mee dat de vrachtlonen waarin op 8 nov. is
toegestemd tezamen 10.800 gld. bedragen. Het loopgeld van het
regiment
brengt niet meer op dan 8.800 gld. Verhaer vraagt waar het geld
kan
worden gevonden dat op de som nog tekortschiet.
HHM besluiten dat de RvS de schippers niet alleen de 1.800 gld. moet betalen die hun op 8 nov. is toegekend, maar ook de 200 gld. elk die hun vandaag is toegekend. Het tekort aan het transportgeld zal worden gevorderd van de overste. Indien hij daartegen bezwaar maakt, moet het tekort ten laste van het land komen.