3
HHM manen de
RvS
alle mogelijke moeite te doen om overeenkomstig hun eerdere resolutie de twaalfduizend man die in het voorjaar ter belegering van 's-
Hertogenbosch zijn gelicht, af te danken. Ten tweede wordt de RvS
verzocht te bedenken hoeveel geld nodig is ter afdanking van de
resterende
soldaten die gelicht zijn in verband met de vijandelijke inval op
de
Veluwe, en wanneer dit geld opgebracht moet worden
opdat de provincies tegen die tijd hun quoten kunnen
verschaffen.
Na overleg verklaart de RvS betreffende het eerste punt het uit te voeren indien het geld dat voor het lichten van de twaalfduizend man is beloofd, meteen door de drie provincies wordt opgebracht. Hierop verklaren de heren van
Gelderland,
Holland en
Utrecht dat het
beloofde geld al geruime tijd klaar ligt, mits gezorgd wordt voor
het
onderhoud van de ongerepartieerde troepen die in de stad
Utrecht in garnizoen liggen. Wat betreft het
tweede
punt belooft de RvS een lijst te geven van de bovengenoemde
soldaten en tevens een nauwkeurig overzicht van het geld waarmee
zij
afgedankt zouden kunnen worden en een schatting van de daarvoor
benodigde tijd.