1
HHM besluiten de RvS te machtigen het geld dat nodig is ter betaling van twee maanden soldij voor de dertien compagnieën, tegen rente te lenen ten laste van de verhoging van de afkoop van de gemene middelen van het platteland van de
Meierij van 's-Hertogenbosch. Daarna zal onderzocht worden of
Gelderland
en
Overijssel
terecht niet meer betalen. Beide provincies hebben verzocht in dat
geval ook de vermindering van de quoten die
Zeeland
en
Groningen
genieten, te
overwegen. Verder besluiten
HHM
de ontvangers van de contributies aan te schrijven zo snel mogelijk
hun
rekening aan de RvS te doen, alsmede aan de superintendenten en
ontvanger
Jacob Suerius van de
bede van
Brabant over de dertiende penning van deze
bede.
Zij moeten zich hierbij houden aan de resolutie d.d. 26 aug.
1626.
De gedeputeerden van
Friesland en
Groningen verklaren dat zij geen last
hebben ontvangen tot
de lening en er niet mee kunnen instemmen. Zij verzoeken hun
provincie
niet te binden aan deze resolutie noch te belasten.