6
Pieter van Beeck, koopman te Amsterdam, verzoekt om betaling van dertien door
Langerack in 1629 getrokken
wisselbrieven.
Griffier
Musch doet verslag van zijn
onderzoek naar de
wisselbrieven.
HHM besluiten ontvanger-generaal
Doublet hierbij te machtigen tien van de dertien wisselbrieven
waarvan er acht elk 250 kronen bedragen, te betalen in mindering
van
het ordinaris traktement van Langerack dat 1.000 kronen bedraagt.
De
heren van
Holland wordt verzocht dit te betalen
omdat
het traktement in de staat van oorlog ten laste van
Holland
is
gerepartieerd. Tevens wordt hun verzocht in mindering van hun
extraordinaris consenten de wisselbrief van 134 kronen te betalen
met
twee derde van een kroon, getrokken voor de port van
brieven, alsmede de wisselbrief van 333 1/2 kronen, getrokken
voor
wat HHM als pillegift aan de pas geboren dochter van Langerack en
voor
het in gereedheid brengen van de kamer hebben gegeven. Wat betreft
de drie
resterende wisselbrieven, namelijk een van 266 2/3 kronen, een van
400
kronen en een van 666 2/3 kronen, moet Langerack een specificatie
indienen alvorens HHM ze accepteren.